Verarming
Ik bekijk het met lede ogen. De verschraling en de huidige verarming van de zorg. Schreeuwende krantenkoppen trekken ons mee. We staan aan een afgrond en elke dag ben ik me daar een beetje meer van bewust.
Met de somberheid van het laatste nieuws nog nagalmend in mijn lijf, neem ik het eerste telefoontje van die dag op en het is direct raak. „We zoeken een plek voor een echtpaar”, zegt de transferverpleegkundige. „Hij is haar mantelzorger en heel erg ziek en zij heeft dementie. Dus eigenlijk zoek ik twee plekken maar wel voor hen samen.”
Ik krijg deze vraag met enige regelmaat en afgelopen week kreeg ik hem zelfs twee keer. Voor twee echtparen. Mensen die al zestig jaar samen opstaan, die lief en leed delen en nu op hun oude dag gescheiden dreigen te worden. Alle dromerige scenario’s ten spijt: bij heel veel van onze ouderen komt die onvrijwillige scheiding om de hoek kijken. En ik doe alles wat in mijn macht ligt om dat te voorkomen.
Toverstokje
Dus gooi ik lijntjes uit en hengel me een slag in de rondte, bestudeer hun zorgvraag en speur binnen mijn eigen locaties naar mogelijkheden. Er zijn enkele collega’s die denken dat ik ergens een toverstokje verstopt heb zitten 🙂 Die heb ik niet hoor, echt niet. Soms moet ik de voering uit mijn wangen kletsen om een fijne plek te bemachtigen. Maar in beide gevallen lukte het om iets te vinden.
Voor hen samen.
Als ik hun dochter bel om te vertellen dat ik een plek voor ‘met zijn tweetjes’ heb gevonden, schiet ze vol. Haar emotie stroomt door de hoorn mijn oor in. Ik laat haar op adem komen, groot nieuws moet altijd landen en dat duurt even. Ze begint te ratelen en ik moet grinniken. Om iemand goed nieuws te mogen brengen is geweldig, maar de reacties zijn altijd anders. In dit geval ontstaat er een woordenwaterval na mijn bericht. We praten een poos en ik beantwoord al haar vragen. „U mag me altijd bellen als er nog vragen zijn”, druk ik haar op het hart, „ook als het al over vijf minuten is. Geen probleem.”
Hand in hand naar een nieuwe plek
Een paar dagen later verhuizen ze. Hand in hand komen ze aan op hun nieuwe woonplek. Zij is wat angstig door die nieuwe woonomgeving, hij stelt haar sussend gerust. Zoals hij waarschijnlijk al jaren doet.
Verschraling en verarming, die is er absoluut, en ik houd mijn hart vast. Maar achter de schermen, voorbij al die schreeuwende krantenkoppen, gebeuren er nog hele mooie dingen. En daar blijf ik voor strijden, elke dag opnieuw.
Ik schreef een boek over alles wat dierbaar en rijk is aan ‘werken in de zorg’. Verhalen die je zelden leest in de krant. En over de lessen die ik leerde van al die mooie mensen waar ik voor mocht zorgen. Onder aan de streep is mijn vak van een ongekende rijkdom.