Een conducteur van niks
Als conducteur zou ik het bar slecht doen. Tenminste, de NS zou allerminst blij met me zijn. Treinreizigers daarentegen dan weer wel. Ik ben immers tegen iedereen zeer vriendelijk, maar ik ben vooral extreem coulant. Dus heel anders dan de conductrice die ik laatst in mijn sprinter trof.
Ze was van het type strenge schooljuf en stuitte bij een kaartjescontrole op een dame die oprecht was vergeten in te checken. De trein stopte toen net op een station en de reizigster werd onverbiddelijk gesommeerd de trein te verlaten en alsnog in te checken.
„Maar dan mis ik deze trein en ik móet deze trein hebben”, reageerde de dame wanhopig.
„Deze trein gaat u sowieso missen”, zei de conductrice terwijl ze al doorliep.
De reizigster pakte haar zware rugzak op en haastte zich de deur uit. Ik voelde een enorme compassie voor haar, want ze zou zeker te laat terug zijn. En inderdaad, toen de deuren zich sloten en de trein zich weer in beweging zette, kwam ze over het perron aanrennen. Met een ontgoocheld gezicht hield ze haar pas in en keek de trein na.
Quasi-bestraffende conducteur
Kijk, dat zou mij als conducteur nou nooit gebeuren. Ik zou quasi-bestraffend tegen de passagier hebben gezegd: „Voortaan wel even inchecken, hè!” Daar zou ik het bij laten.
Sterker nog, ik had helemaal niet geweten dat ze niet had ingecheckt. Ik zou dat soort dingen namelijk helemaal niet controleren.
Laat ik het maar gewoon stellen zoals het is: ik heb een hekel aan problemen en probeer ze waar mogelijk te ontlopen. Ik zou niet weten wat ik met een zwart- of zelfs grijsrijder zou moeten beginnen. Een dergelijke confrontatie sluit ik daarom bij voorbaat uit.
Ook zou ik de eerste en tweede klas gelijktrekken. Als iemand lekker comfortabel wil zitten en illegaal voor een rode in plaats van een blauwe stoel kiest, vind ik dat prima. Laatkomers mogen altijd nog instappen. Dan wachten we gewoon even; desnoods houd ik de deur galant open.
Zelf zou ik ergens op een rustig plekje gaan zitten met een spannend boek. En me dan de hele dag zo min mogelijk laten zien. Heerlijk lijkt me dat.
Ja, soms zou ik best conducteur willen zijn. Lekker de hele dag meehobbelen in de trein. Vriendelijk ben ik van nature, dus daarmee zou ik al een goede kans maken. Maar verder? Nee, verder ben ik er vrees ik niet geschikt voor.