Gastarbeidersdochter

Samira Yakoubi 16 sep 2022

Als dochter van de eerste generatie gastarbeiders kijk ik soms met gemengde gevoelens terug op mijn jeugd. Ik kwam niets tekort, als je het hebt over liefde en verzorging. Het woord ‘gastarbeider’ impliceert het feit dat we als gasten werden gezien en dat mijn ouders zich ook zo gedroegen.

Feitelijk betekent het, dat je ervan uitgaat dat je terugkeert naar het land van herkomst en daarom zo veel mogelijk geld moet sparen voor de terugkeer. Weren had daarom een belangrijke rol in het leven van mijn ouders en in mijn opvoeding.  Als klein meisje snapte ik daar natuurlijk niets van. Als twee maanden oude baby kwam ik naar Nederland, ging naar de kinderopvang en vervolgens naar de basisschool. Mijn hele referentiekader was gevormd in Nederland.

Ik was me niet geheel bewust van het feit dat we als ‘gasten’ door het leven gingen. Wel was ik me bewust van het verschil tussen mijn klasgenoten en ik als gastarbeidersdochter.

Tekort schieten

Nogmaals, aan liefde en verzorging kwam ik niets tekort. Maar al het andere, wat maakt dat je volledig in een samenleving meedraait en je optimaal ontwikkelt, schoot weleens tekort. Bijna alle meiden in mijn klas deden mee aan een sport of hadden een hobby. De één deed aan tafeltennis, de ander aan ballet en er was iemand die aan honkbal deed. Ik kan me herinneren dat ik zo graag op ballet wilde en tegelijkertijd besefte dat mijn ouders door de taalbarrière helemaal niet in staat waren om mij daarvoor in te schrijven. In die tijd was er helemaal geen aandacht voor taallessen voor gastarbeiders, omdat ze immers terug zouden keren.

Mijn hele basisschooltijd liep ik er tegenaan dat ik buiten veel liefde en basisbehoeften niet veel kon en mocht verwachten van mijn ouders. Je zou denken dat dat best sneu is. Het tegendeel is waar.

Eenmaal op de middelbare school nam ik het heft in eigen handen. Ik zocht naar een bijbaan, leerde fietsen, kocht mijn eigen eerste fiets en koos mijn eigen scholen uit. Soms kwam ik beren op de weg tegen en soms ging het voor de wind. Met vallen en opstaan kwam ik immers heel ver.

Mijn ouders waren (en zijn) super trots op mijn ontwikkeling en lieten me daardoor volledig vrij om mijn eigen keuzes te maken. Het feit dat ik nu een zelfstandige onafhankelijke vrouw ben die niet opgeeft als het even tegenzit, wint het met vlag en wimpel van het feit dat ik niet op balletles kon als klein meisje. En dat maakt veel goed!

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.