Een eigen huis
Het is een feit dat er voldoende woonruimte is in Nederland, maar dat we dit onhandig verdelen. Het is een feit dat ik niet weet hoe we dit kunnen oplossen, maar laatst kwam ik iemand tegen…
Ik heb al een tijdje niets van me laten horen. In die periode is mijn leven feitelijk flink veranderd. Ik heb een nieuwe baan met collega’s uit alle windstreken en ik ben coach van een voetbalteam met jochies die mij, toen ik 16 was, alle hoeken van het veld hadden laten zien.
Pubers…
Zelf ben ik verre van volwassen. Zo aas ik al meer dan een jaar op een Playstation 5, maar toch zit er een enorme kloof tussen mijn voetballertjes en mij. Zo ben ik tegenwoordig erg rustig, terwijl zij extreem aanwezig zijn. En alsof hun gekanker richting elkaar nog niet genoeg is, staat er op wedstrijddagen ook nog een dikke JBL in de kleedkamer. De nummers die daaruit knallen, hebben teksten als: Sixties planga, Brakka boys en Waarschijnlijk stem ik Sylvana. Dat is natuurlijk raar, vooral dat laatste, maar daar gaat het niet om. De beats zijn lekker en iedereen hoort toch wat anders.
Zo werkt het ook met feiten, merkte ik laatst. Ik werk vlakbij de Amsterdam Arena en liep vorige week tijdens de lunch met mijn nieuwe collega’s door het winkelcentrum daar. We hadden het over waar en hoe iedereen woonde. Ik vertelde dat ik 500 euro betaal voor 21 vierkante meter in het centrum. Hierop gilde onze Hongaarse IT-er dat ik word afgezet. Onze voormalige Amersfoortse hr-medewerker spitste zijn oren vanwege het koopje dat hij hoorde en onze, in New York geboren, controller kon haar oren niet geloven en riep.
„I’d kill my mom for a place like that in New Amsterdam!”
„Dat is mooi”
Klonk de prachtige stem van iemand een stukje voor ons. De vrouw die haar voortbracht, ging verder met:
„Dat historisch besef en die mentaliteit hebben we nodig voor mijn plan om hier veel meer woonruimte te creëren.”
Ze stelde zichzelf voor als projectmanager bij de gemeente Amsterdam en wees naar een, zoals zij dat noemde, bouwrijpe kavel waar wij blijkbaar net langs liepen.
„Amsterdam wil hier en even verderop duizenden woningen bouwen. Dat proberen ze al meer dan 15 jaar hier rond de Arena. Kort geleden leek er schot in de zaak te komen, maar helaas. Door de gestegen grondstofprijzen zijn ook die plannen nu onhaalbaar.”
Haar schouders en blik zakten in de bouwput voor ons.
„Om dit plan rendabel te houden, wil de ontwikkelaar van 220 grote huurwoningen naar veel meer kleinere appartementen van +/- 40 vierkante meter. Vrije sector huurappartementen dus, voor rond de 950 euro per maand.”
„Dat is toch best aardig?”’, zeg ik, terwijl ik me voorstel hoe zij en ik daar smoorverliefd achter mijn Playstation zitten. Heel even verwijden haar ogen, dan duwt ze haar linker wenkbrauw omlaag en schudt ze het hoofd.
„Dat vind ik ook, maar de gemeente wil daar niet aan. Zij vindt 40 m2 voor twee mensen asociaal.”
Onze controller vraagt stamelend of ze helemaal nuts zijn daar, waarop de vrouw antwoord met:
„Ik weet niet precies waar ze hun ideeën op baseren. Ik kan je wel vertellen dat de eerste hoge piet die mijn plan afkeurde op 300 m2 woont in Heerhugowaard.
We willen allemaal hetzelfde roepen, maar de dame weet wat dat is en gaat verder met:
„My point exactly. In mijn plan passen we de inrichting van de woningen van 40 m2 aan. Die bouwen we dan ze dus niet meer voor stellen die mogelijk een gezin willen beginnen, maar voor woningdelers.”
Hierna laat ze een zogenaamde ‘artist impression’ zien met twee aparte kamers van 14 m2, een keuken van 7 m2, een douche van 4 m2 en een wc. Al knikkend en duimpjes opstekend, laten mijn collega’s deze rondgaan. Het is hen duidelijk dat Amsterdam hiermee veel meer woningzoekers blij zal maken. In mijn hoofd klinkt alleen een liedje. Ik weet niet meer precies hoe het ging, maar feitelijk komt het hierop neer:
Een eigen huis
Gedeeld met een goede vriend
Of anders iemand uit de krant, of die ik ken via werk misschien
En Ajax op loopafstand is dat, geen toekomstmuziek voor mijn mooie stad. Ohohoooo.”