Frietje speciaal
Ik laat altijd rond drie uur Beau uit, dat is onze hond. Afgelopen maandag liep ik een vrouw tegen het lijf tijdens mijn vaste rondje. Ze was vrij klein, ik gok halverwege de vijftig, had kort pittig geblondeerd haar en een stoere zilveren ketting om haar hals. Geaardheid onbekend, maar ze at al snelwandelend een frietje speciaal.
Onze blikken kruisten elkaar kort en we groetten elkaar. „Hoi”, zei ik. „Hallo”, zei ze terug. Ik weet niet waarom, maar ik had het idee dat ze zich lichtelijk schaamde voor het feit dat iemand haar op maandagmiddag al snelwandelend betrapte op het eten van een frietje speciaal. Het kan ook mijn blik richting haar zijn geweest die wellicht mijn gedachte verraadde: ‘Allemaal leuk en aardig zo’n frietje speciaal op de maandagmiddag, maar we gaan hier geen gewoonte van maken mevrouw. En trouwens, eet het zittend op of in ieder geval in een wat lager wandeltempo’.
Mijn onderbewustzijn bemoeit zich nogal graag met andermans doen en laten als het op eten aankomt. Ik werk eraan.
Weer een frietje
Vandaag ging ik Beau weer uitlaten. Uurtje of drie zoals eerder vermeld. Wat denk je? Ik kom weer deze haastige vrouw tegen. Nog steeds vrij klein, schat haar nog steeds halverwege de vijftig, nog steeds blond stekelig haar en stoere zilveren ketting om haar hals. Geaardheid nog steeds onbekend.
Ze at weer een frietje. Geen speciaal, maar met. Ik dacht potverdikkeme, wat hebben wij elkaar vorige week nou non-verbaal gezegd? Voordat ik haar streng kon toespreken sprak ze zelf: „Nou, we komme mekaar wel elleke maandag tegen hè?” Het was pas de tweede keer dat ik haar tegen het lijf liep, maar als je twee keer zo gruwelijk hard betrapt wordt op het eten van vettigheid op maandagmiddag, dan komt zo’n toevallige ontmoeting natuurlijk dubbel zo hard aan.
Ik zei: „Ja, de tweede keer al. Geniet ervan.”
Ze mompelde wat en vervolgde haar weg door mij een laatste glimlach met extra mayonaise toe te spelen.
Vanavond eet ik broccoli.