Ga toch fietsen
Tegenwoordig is de term ‘fietsen’ een verwarrend begrip. En dat haalt, heel eerlijk, het slechtste in mij naar boven.
Vlak voor de grote doorbraak van de E-bike toerden mijn man en ik een week door Nederland op een old-school fiets, aangedreven door het ambachtelijke trapwerk. De laatste loodjes tegen het einde van de dag wogen altijd het zwaarst. Puffend boven het stuur en drijfnat van het zweet of van de regen kwamen we aan bij ‘vrienden op de fiets’: B&B’s speciaal voor fietsers. Soms ontmoette je daar mede-avonturiers.
Zo ook die dag. We hadden er 70 kilometer op zitten, tegen de wind in door het uitgestrekte Friese landschap: een heldenrit. Nog voor de welverdiende douche boden de andere fietsers in het onderkomen ons een drankje aan. Er werd, merkte ik, vooral tegen elkaar opgeboden over de afstanden en dus dronk ik snel door.
Twee dames, een behoorlijk stuk ouder, hadden zeker 110 kilometer afgelegd. Fris en fruitig, babbelden ze er met een rosétje in de hand op los. In hun modieuze wielershirts geen zweetplek te bespeuren. Bedremmeld liep ik naar de badkamer. Wat waren wij voor stakkers?
De volgende morgen ontdekte ik de laadpaal en de ingeplugde damesfietsen. Het kwartje viel. Om de vernedering compleet te maken, bracht de eigenaar ons bij vertrek doodgemoedereerd de niet door ons gebruikte elektriciteit in rekening. Fijntjes wees ik hem op mijn ‘eenvoudige’ Batavus. Ik kon mijn belediging amper verbergen.
Onderweg kwam de frustratie er uit. Bij een ANWB-paddenstoel troffen we wederom een mevrouw in het bezit van een E-bike. Ze hees net haar dikke reet (ja, fat-shaming ja!) op het zadel van haar Stella en knikte ons medelijdend toe.
‘Elektrisch gaat het een stuk makkelijker hoor.’
Met een grijns op haar gezicht en de neus fier tegen de wind in gleed ze bij ons vandaan.
Ik was in shock. Binnen 24 uur was ik van een held verschrompeld tot een zielige stumper op een gewone fiets.
Nee, ik stak niet de dikke tak die er lag tussen haar spaken. Zo ben ik niet. En mijn middelvinger was nauwelijks zichtbaar.
‘Je bent zelf een looser!’ schreeuwde ik met overslaande stem.
Ze hoorde het niet meer. Ze was al te ver weg.