Verkeerde afslag?
Ergens in mijn leven heb ik een verkeerde afslag genomen. Dat is zo rond mijn 17de geweest toen ik, naïef en onbevangen, besloot geneeskunde te gaan studeren. Een leven vol heroïek zag ik voor me, dagen vol levensreddend handelen en blije patiënten.
Vol energie zou ik in mijn witte jas, stethoscoop nonchalant om de hals gehangen, door de ziekenhuisgangen vliegen. De praktijk viel wat tegen.
Al tijdens mijn opleiding kwam ik erachter dat nachtdiensten niets voor mij zijn. Overdag bijslapen is me nooit gelukt. Van slapen tijdens de nachtdienst kwam het ook maar zelden. Ik was als de dood dat ik in slaap zou vallen en mijn pieper niet zou horen afgaan. Wakker blijven leek de veiligste optie. Na een nachtdienst strompelde ik nog dagenlang met een door slaapgebrek verpapt brein door de ziekenhuisgangen.
Heldendaden in het ziekenhuis?
Van heldendaden kwam ook weinig terecht. Je kunt patiënten vaak niet helpen. Gegeven advies wordt lang niet altijd opgevolgd. Dan zijn er nog de diagnoses waarvoor geen behandeling bestaat. Het beste wat je dan kunt doen is het verlichten van de symptomen. Ook zijn er patiënten die klachten hebben, waarvoor artsen geen verklaring kunnen vinden. Dat kan natuurlijk ook aan de arts of aan de stand van de medische wetenschap liggen, maar het is frustrerend voor beide partijen.
Na een lange zoektocht naar een passende plek op de arbeidsmarkt werk ik nu als keuringsarts. Geen van mijn collega’s zit hier uit passie voor het vak. Zonder uitzondering zijn we hier via een grote omweg beland. Vaak staan we ons ’s ochtends gezamenlijk moed in te drinken bij het koffieautomaat. Verlost van ons laatste restje ambitie zitten we de tijd tot ons pensioen uit.
Maar hoewel het niet helemaal is wat ik ooit in gedachten had, ben ik blij dat ik geen nachtdiensten meer heb en dat ik ben verlost van de eeuwige angst om een diagnose te missen of verkeerd te handelen, met alle gevolgen van dien. Vaak maak ik mijn patiënten al gelukkig door enkel naar ze te luisteren. Mensen voelen zich even gezien en verlaten opgelucht mijn spreekkamer. Ondertussen houd ik genoeg tijd over voor andere leuke dingen. Dus hoe verkeerd was de afslag eigenlijk?