Tourtrauma
Die hele Tour interesseert me geen moer. Het is op zichzelf een prachtig sportspektakel, maar bij elke renner die op mijn televisie in beeld komt zap ik driftig weg, de met wielernieuws gevulde krantenpagina’s sla ik standaard over.
Het zit diep en het heeft een oorzaak.
Als tiener vond ik het al stomvervelend om op televisie minutenlang naar zo’n sliert wielrenners te moeten kijken. Helaas viel er niet altijd aan te ontkomen. Er was slechts één sportprogramma – de commerciële zenders waren nog niet geboren – en de regie moest pendelen tussen Frankrijk en Engeland, waar tegelijk met de Tour het tennistoernooi op Wimbledon plaatsvond. En dat boeide mij nu juist wel. Er werd herhaaldelijk van het één naar het ander overgeschakeld en weer terug. Vaak heel abrupt. Bloedirritant.
De bal hangt in de lucht…
Het komt allemaal weer boven. John McEnroe tegen Jimmy Connors. Een zinderende tennispartij. Connors mag serveren en gooit de bal hoog op om misschien wel een beslissend punt te scoren. Ik zit thuis op de rand van de bank, bal mijn handen tot vuisten en houd mijn adem in. De bal hangt in de lucht, Connors gaat uithalen en… daar stuift ineens een twintigtal hijgende, diep over het stuur gebogen wielrenners door een bergstreek. Had de regie overgeschakeld. Juist op dát moment.
Eerst ben ik nog te verbijsterd om in woede uit te barsten. Maar dan begin ik te razen en te tieren. Om vervolgens minutenlang met een verbeten trek om de mond te wachten tot men genegen is om naar Wimbledon terug te keren. Nog steeds kan ik er héls om worden.
Traumatische ervaringen waren het.
Finish in Parijs
En toch, geloof het of niet, heb ik ooit in Parijs live de ontknoping van de Tour meegemaakt. Ik had geen keus. Ik was als journalist aangenomen bij een krant en moest met een lezersreis mee naar de finale. Blije uitverkorenen interviewen en op de foto zetten. Een heel weekend. Blêh!
Van deze trip wilde ik evengoed iets leuks maken. Ik heb urenlang met een spannend boek in mijn comfortabele hotelkamer gelegen – deels in bed, deels in bad. Dat was natuurlijk niet de bedoeling. Op de finalemiddag stond ik daarom langs de Champs Elysées zuchtend tussen een groepje geestdriftige reizigers.
Ze juichten toen de renners over de eindstreep reden. Ook bij mij kwam een warm gevoel van vreugde op. Want meteen na de finish zou onze bus terug naar Nederland rijden.