Thuis is in mijn hoofd
Als docent NT2 werk ik met een diverse doelgroep: noem een land en ik heb zeer waarschijnlijk een cursist uit dat land in een van mijn groepen.
Wat me opvalt, is dat juist diegenen die veel hebben meegemaakt de meest lieve mensen zijn die ik ooit heb leren kennen. Zowel op als buiten mijn werk. Waar je zou denken dat tegenslag en ellende verbittert en kan aanzetten tot haat, zie ik het tegendeel in mijn lessen. Alsof het doorstaan van alle denkbare – en helaas tot voor kort ondenkbare – tegenslag, ervoor zorgt dat sommige mensen simpelweg beslissen om in weerwil van alles juist lief te hebben.
Waar in de maatschappij bevolkingsgroepen elkaar naar het leven staan, gaan cursisten van alle denkbare achtergronden respectvol en liefdevol met elkaar om. Omdat ze allemaal in hetzelfde schuitje zitten.
Moed om opnieuw te beginnen
Het vergt oneindig veel moed en veerkracht om je land te verlaten en opnieuw te beginnen. Op de smeulende resten van wat ooit hun thuisland was, bouwen mijn cursisten desondanks een nieuw leven op. In een nieuw land, met een nieuwe taal en een nieuwe leef- en werkplek. Of, zoals een cursist treffend verwoordde: „Thuis is in mijn hoofd.”
Waar wij Nederlanders vaak kampioen zijn in klagen, zijn mijn cursisten, die echt iets te klagen hebben, vooral positief, dankbaar en gemotiveerd.Vandaag kreeg ik na mijn les van een Syrisch-Koerdische cursist een speciaal door hem voor mij gemaakt schilderij. Met de boodschap dat ik alle liefde, die mijn cursisten nog steeds te geven hebben, weerspiegel en groter maak. Een groter compliment kan ik niet krijgen. Het antwoord van mijn cursisten op ontmoediging blijkt volharding, hun antwoord op ontmenselijking is menselijkheid. Hun antwoord op brute haat is oneindige liefde, against all odds.