Te veel thee
De oude man komt moeizaam achter de wc-deur vandaan geschuifeld. Ik sta al een tijdje te wachten in het krappe gangetje van de wagon. Ik schatte in dat ik het vóór station Rotterdam Alexander moest kunnen redden, als die verdomde deur nu eindelijk maar eens open zou gaan.
Ik ben op weg naar mijn moeder in het verpleeghuis. De treinreis, lang maar vertrouwd, verloopt soepel. Even kijk ik de man na. Gelukkig, het gaat goed. Hij pakt iedere stoel vast als ondersteuning op weg naar zijn plek. Snel schiet ik de wc in.
Duizelig van de smerige lucht hang ik boven de pot. Ondertussen zie ik een golf aankomen vanonder de wc, richting mijn gympen. Vlug verzet ik mijn voet. Met kloppende slapen van de inspanning, tas op mijn rug, hand aan een greep, in de andere de riempjes van mijn rugzak, houd ik me staande. Had ik die laatste thee maar niet genomen, er lijkt geen einde aan te komen. De trein wiebelt, mijn beenspieren trillen.
Schuivende gele ramp
Ik trek mijn kleding recht en maak me uit de voeten. Voordat ik de deur wil sluiten zie ik de plas, nu nog groter. Als een schuivende, gele ramp zet hij het vloertje voor de helft blank. Met gloeiende wangen loop ik langs de volgende wachtende het gangpad door, voor de zekerheid een coupé verder, plof neer, sluit mijn ogen. Adem in, adem uit. Ik betast mijn broek, mijn tas, check mijn schoenen. Droog. Natuurlijk, het is die man voor mij geweest. Alles wijst erop. Toch?
Dat ik mijn belevenissen niet meer kwijt kan aan mijn moeder, mis ik misschien wel het meest. Vroeger werd het al snel slapstick, waarbij zij, dankbaar publiek, mijn verhaal aanhoorde, haar gezicht één grote lach. Ik voelde me op geen enkele manier geremd als ik haar met woord en gebaar entertainde. Mijn manier om de dingen die ik meemaakte, leuk of ongemakkelijk, te delen.
Ze herkent me niet. Ik neem haar mee in de rolstoel, de lift in. Ze moppert, het lukt me niet om haar te kalmeren. Aan het tafeltje in de Brasserie van het verpleeghuis, schuif ik vlak naast haar, leg mijn hand op de hare. Onze gezichten bij elkaar. De lege blik in haar ogen verdwijnt als ze ziet wie ze voor zich heeft.