Nederig
Donderdagochtend kwart over negen. Mijn lokaal stroomt vol met cursisten uit Saoudi-Arabië, Turkije, Jemen, Iran en Syrië. Opgetogen komen ze binnen. En wanneer ik ze in het Nederlands begroet, krijg ik mooie reacties. „U ook een goede morgen”, „Hoe gaat het met u?”, „Ik ben blij hier te zijn.”
Ik ben blij dat zij er zijn. Ze komen hier elke week twee keer om Nederlands te leren. Niet omdat het moet, maar omdat ze het graag willen. Na alles wat ze hebben meegemaakt, doorstaan, komen ze bij mij in de les. Ik ben een vrijgevochten Nederlandse met het hart op de tong. Ik geef hier nog maar kort les, heb weinig ervaring maar veel goede bedoelingen.
De eerste keren zweette en blufte ik me door de lessen heen. Waar ik soms gebukt ging onder zelfkritiek en een gevoel van tekortschieten, kreeg ik enkel dankbaarheid en medewerking terug. Alsof mijn leerlingen mij wilden helpen om mijn lessen tot een goed einde te brengen.
Een mensenrecht
Inhoudelijk weet ik nog niet genoeg. Ik heb maar één houvast en dat is mijn zin om echt contact te maken met mijn cursisten. Mijn lessen kunnen enkel slagen wanneer zij zich gezien en gehoord voelen. Dus perfectionisme uit en empathie aan. En dat krijg ik terug. Ik voel me soms bezwaard door hun dankbaarheid, hun zichtbare opluchting eindelijk met respect behandeld te worden. Dat is toch een mensenrecht?
Een cursiste die de lessen online volgt, blijkt dit twee keer per week te doen na haar nachtdienst. Ze heeft dan nog niet geslapen en bij thuiskomst logt ze in om deel te nemen aan mijn lessen. Ze is aanwezig en helder, ze klaagt nooit. Een andere cursiste is in het begin verlegen. Ze gaat steevast achterin de klas zitten en kruipt in haar schulp. Totdat ik haar de juiste vraag stel en ze opbloeit. Ik word getrakteerd op alles wat ze tot nu toe stil heeft gehouden. Ik ben blij, en zij ook.
Na twee uur lesgegeven te hebben keren ze huiswaarts, of gaan ze direct naar hun werk. In een wereld waarin alleen de taal hun toegang geeft tot echt meedoen, echte verbinding. Mijn lessen Nederlands voelen voor mij als een kleine druppel op hun gloeiende plaat van uitsluiting, angst, onzekerheid en onrecht. In ruil daarvoor krijg ik lessen in nederigheid. En dat maakt me dankbaar.