Guillain-Barré is een nare ziekte
Toen ik laatst las dat BZV-boer Jan aan de ziekte van Guillain-Barré lijdt, kwam er bij mij weer van alles boven. In 2011 viel ik namelijk zelf ten prooi aan deze nare auto-immuunziekte. Buiten mijn schuld, gewoon domme pech, aldus de neuroloog bij het eindgesprek. Nee, gelukkig niet letterlijk een eindgesprek, want ik ben geheel genezen van het Guillain-Barré Syndroom, oftewel GBS.
Het begon met enkele rare symptomen die rap verergerden, kort nadat ik van een griepje met keelontsteking was genezen. M’n linkeroog bewoog op een avond trager dan het rechteroog en bleef later scheef staan zodat ook mijn evenwichtsgevoel een stuk slechter werd en lopen vrijwel onmogelijk. Tegelijkertijd begonnen mijn handen te tintelen, verslechterde de motoriek van mijn armen en benen en kwam er de ergste hoofdpijn van mijn leven opzetten. Voordat de symptomen zodanig verergerden dat ik hulpbehoevend werd, kon ik nog net naar m’n huisarts rijden voor een diagnose. Een vervangster kwam na enkele vragen en een korte looptest tot de conclusie dat ik waarschijnlijk een TIA had gehad. Haar advies was een grondig onderzoek in het ziekenhuis. Met een lange lijst van uit te voeren tests en een plattegrond van de polikliniek van het UMC in m’n hand ging ik de mallemolen in. Ik verbaas mij er over dat ik dit toen allemaal nog kon belopen.
Omdat men in het duister tastte over mijn aandoening en m’n gewone leven thuis niet meer mogelijk was, kreeg ik een bed op de verpleegafdeling. Ik zie mezelf daar nog steeds binnengereden worden, met een nat washandje op m’n voorhoofd tegen de vreselijke hoofdpijn. De maximale dosis paracetamol hielp mij om de dagen enigszins door te komen. De ondervragingen en tests gingen door, totdat de neuroloog na een dag of drie aan mijn bed stond met slecht nieuws en goed nieuws. Het slechte nieuws was dat ik GBS bleek te hebben en men niets voor mij kon doen omdat het lichaam dit zelf moest oplossen. Het goede nieuws was dat ik zou genezen. Dat laatste bericht gaf mij plotseling weer hoop. Vanaf dat moment deed ik er alles aan om positief te blijven en weer in beweging te komen. Wat daarbij enorm hielp waren de bezoekjes die ik (met ooglapje en rollator) bracht aan de prachtige tuin achter het ziekenhuis, heerlijk in de buitenlucht. De neuroloog kreeg gelijk, want na een week knapte ik genoeg op om weer naar huis te kunnen gaan.
De ziekte is niet meer teruggekomen. Ik duim intussen hard voor het volledige herstel van boer Jan, want dat is hem ook toegezegd.