Ouder uit wie het kind is geboren
Het wordt mogelijk voor een ouder om op de geboorteakte van het kind te worden aangeduid als ‘ouder uit wie het kind is geboren’. De minister voor Rechtsbescherming wil met dit voorstel tegemoetkomen aan trans mannen en non-binaire personen die een kind hebben gekregen en voor wie de term moeder niet als passend voelt.
Zoals wel vaker gebeurt bij dit onderwerp doet het bericht op de sociale media veel stof opwaaien. De meest getypte reacties zijn: ‘Het moet toch allemaal niet gekker worden’ ,’transgenders zijn ziek in hun hoofd’ en ‘dat gewoon bij je geboorte bepaald wordt of je man of vrouw bent. Punt.’ Zelfs die punt staat er soms bij. Alsof verdere discussie bij voorbaat onnodig en onzinnig is.
Het zijn veelzeggende reacties. Zodra iets afwijkt van het gangbare wordt het door een hoop mensen gezien als een aandoening of het wordt gewoonweg ontkend door te zeggen dat er maar twee ‘smaken’ zijn. We denken nu eenmaal graag in hokjes. Je bent man of vrouw, homo of hetero, zwart of wit. Dat de menselijke natuur in werkelijkheid vele malen diverser in elkaar steekt is iets waar bewust of onbewust niet verder bij wordt stilgestaan. Dat je iets niet zelf aan den lijve hebt ondervonden – en je daarom je er wellicht moeilijk in kunt inleven – betekent toch niet dat het dan maar belachelijk gemaakt hoeft te worden?
Het lijkt me evident dat je biologisch geslacht iets heel anders is dan je genderidentiteit. Maar als deze twee niet overlappen, zijn er kennelijk genoeg mensen die hierdoor van de waps raken. Laat staan als we daar de mensen met een non-binaire of genderfluïde identiteit ook nog aan toevoegen. In het eerste geval voelt iemand zich niet expliciet man of vrouw, in het tweede geval kan het zo zijn dat iemand zich soms man, soms vrouw of geen van beiden voelt.
Ook de aanname dat je als jongen of meisje wordt geboren (biologisch gezien dan) valt nog wel het nodige op af te dingen. Het komt regelmatig voor dat baby’s bij de geboorte diffuse geslachtskenmerken hebben. Ook op het hormonale vlak is er geen sprake van slechts twee varianten maar eerder van een glijdende schaal.
En laten we niet vergeten dat we op het vlak van seksuele geaardheid tegenwoordig ook een grote waaier aan identiteiten kennen. Niet dat die er vroeger niet waren, maar ons bewustzijn hiervan is een stuk groter geworden. We zijn inmiddels wel gewend aan mensen die zich identificeren als homo, lesbisch of bi. Maar ook hier is geen sprake van slechts drie hokjes. Het komt vaak voor dat mensen die doorgaans op het andere geslacht vallen soms opeens iets kunnen voelen voor iemand van het eigen geslacht. En andersom natuurlijk. Heteroflexible en homoflexible voor wie er hokjes voor wil hebben. Maar met steeds meer van die hokjes kun je eigenlijk beter spreken van een heel sexueel spectrum. Het is niet voor niets dat er wetenschappers zijn die de mens definiëren als een in de kern bisexueel wezen, zij het met voorkeuren. Kortom, u bent geen hetero maar een bisexueel met een sterke voorkeur voor het andere geslacht. Een prachtige manier van omdenken als u het mij vraagt.
Deze grote verscheidenheid aan identiteiten, op genderniveau, biologisch niveau en op het vlak van geaardheid, maken van de mens een uitermate divers en complex wezen. En dan hebben we het nog niet eens gehad over mensen die zich identificeren als panseksueel, aseksueel of demi-seksueel. Of over fenomenen als travestie, bdsm en polyamorie. De lijst met kenmerken, eigenschappen en gevoelstoestanden lijkt eindeloos.
Op zich niet gek dat het mensen soms gaat duizelen. Het is alleen jammer dat sommigen er dan liever de draak mee steken dan proberen het echt te begrijpen. De mens is niet zwart-wit, nooit geweest ook. Ook al zouden we het soms liever in ons hoofd zo zien omdat dat nu eenmaal makkelijker en vertrouwd voelt.
Maar hoe nu om te gaan in de praktijk met deze overvloed aan diversiteit? Het is er zeker niet makkelijker op geworden. Neem bijvoorbeeld de discussie over moedermelk of mensenmelk. Een trans man of non-binair persoon zal de term moedermelk wellicht niet passend vinden. Maar cisgender vrouwen (cisgender: iemand van wie de genderidentiteit overeenkomt met het geboortegeslacht) zullen het bij moedermelk houden. Er ontstaat spanning wanneer de voorstanders van mensenmelk van mening zijn dat de term vrouwenmelk discriminerend is en beter voor iedereen vervangen kan worden door de meer inclusieve term mensenmelk. Maar het is ook begrijpelijk als cisgender vrouwen zeggen ik ben een moeder en dus is het voor mij moedermelk.
De spanningen omtrent dit soort aanduidingen kunnen hoog oplopen. Aan de ene kant zullen er personen zijn die de nieuwe terminologie maar belachelijk vinden en zeggen niet mee te gaan in wensen van een kleine groep. Aan de andere zijde zijn er soms meer activistische groepen die met gestrekt been de discussie in gaan en hun rechten opeisen. Wat goed en fout is in dit soort kwesties is vaak lastig te zeggen. Vooral omdat het hier om heel persoonlijke belevingen gaat. Het lijkt me essentieel om zonder onderlinge verwijten en met respect het gesprek aan te gaan met elkaar. We zijn allemaal mensen, hoe verschillend ook.