Zomaar een woonkamer
Er zijn twee dingen die je als ouder een keer moet ondergaan terwijl je er helemaal niet op zit te wachten: de hoofdluizen en het slaapfeestje.
Net als de luizen konden we het slaapfeestje jaren lang buiten de deur houden; jaren lang kon ik vol mededogen naar andere ouders kijken wanneer zij één van de twee aan de hand hadden. Maar de luizen kwamen alsnog en voor Marit haar veertiende verjaardag mocht ze dan eindelijk een slaapfeestje geven. (Waarom heet het eigenlijk een slaapfeestje? Ze slapen niet en ze vinden het een groot feest!)
„Het was heel leuk mama en dankjewel dat het mocht”, zei ze aan de ontbijttafel. Aan alle dames was goed te zien dat het een korte nacht was geweest. Ik zag dikke ogen, grote wallen en pipse gelaten. Het was half vijf geworden eer ze met zijn zessen op een zee van matrassen en luchtbedden in slaap waren gevallen. Sommigen gaven toe dat ze wel eerder waren weggedommeld, maar dat ze door een gemaakte grap of opmerking toch weer helemaal hyper waren.
Laten gebeuren
Het is deze dynamiek, die altijd ontstaat wanneer een groep kinderen op verjaardagsfeestjes bij elkaar komt, die ik vrees. Ze zijn niet zichzelf en de enige optie is om het te laten gebeuren. Ik heb niet voor niets het laatste kinderfeestje als mijlpaal gevierd en slaapfeestjes tot nu toe geboycot; de toezegging voor deze variant van een feestje kwam dan ook niet van mij.
Gisteren kon ik mij redelijk goed overgeven aan de levendigheid al realiseerde ik me wel weer hoe gehorig huizen uit 1910 zijn. Ook weet ik nu dat het sluiten van deuren vanaf een bepaald decibelniveau geen enkel verschil meer maakt. Vanuit mijn bed hoorde ik tot in detail hoe ze spelletjes deden, piano speelden en hoe ze af ze af en toe even stil waren, wanneer ze ieder voor zich op hun telefoons keken om te kijken of er ergens anders nog iets te beleven viel.
Op een gegeven moment liepen zij naar boven en kon ik het niet laten om naar beneden te lopen om een kijkje te nemen. Ik kon toch niet slapen en wilde de ergste troep alvast opruimen. Wat ik toen zag bracht mij mijn nachtrust terug: de woonkamer was keurig netjes opgeruimd. En dus dommelde ik dronken van trots wel in een diepe slaap en werd ik niet meer hyper van een gemaakte grap of opmerking. Helaas had ik in de ochtend alsnog dikke ogen, grote wallen en een pips gelaat.