Bernie Sanders was er niets bij
In mijn studentenhuis degradeer je al snel tot een hond bij coronaklachten. Of wacht. Dat is te positief. Want zo blij als mijn huisgenoten zouden worden van een kwijlende viervoeter, zo chagrijnig worden ze van het appje ‘Jongens, ik moet in quarantaine.’
Het is nog weinig voorgekomen, maar met meer dan 200.000 positieve tests per week, was het te verwachten dat iemand binnenkort de Sjaak ging zijn. En die iemand was ik.
Al snel maakten mijn huisgenoten de keuze voor het juiste coronaprotocol. Vlucht iedereen terug naar het ouderlijke huis en heb je het paradijs met een boodschappenprobleem voor je alleen? Of mag je genieten van het all-in sterrenhotel met bordjes avondeten en het recht om een week lang de afwas te ontduiken? Aangezien er (nog) geen positieve test was, heb ik tot nu toe het recht om te kunnen genieten van de tweede optie. Zelfs met de mogelijkheid om af en toe mijn kamer te mogen verlaten en op afstand mee te eten.
Bord eten wordt naar met toe gesjoeld
Zo eindig ik de afgelopen avonden op het Bernie Sanders stoeltje terwijl er een overdreven vol bord over de grond naar me toe gesjoeld wordt. Met een beetje geluk worden de (oven)wanten ook nog van boven gehaald, zodat er een mooie Whatsapp-sticker van het tafereel gemaakt kan worden. Na het bord eten wordt er vaak overwogen om ook het glas water naar me toe te glijden, maar een strenge blik van de ‘huisoudste’ voorkomt dat meestal. Of je mag daarna zelf de gang gaan dweilen: het is jouw keuze. Papa en mama komen dat soort kutklusjes in ieder geval niet meer voor je doen.
Deze ‘vrijheden’ zijn wel op de voorwaarde dat ik dagelijks een zelftest doe. Op GGD-diepte. Niet het kietelen van een neusgat, maar het door elkaar roeren van m’n hersenpannetje, zodat overmatig alcoholgebruik niet meer de enige reden is van mijn studentikoze hersenschade.
Hersencellen vs positieve tests
Want na twintig glazen alcohol ben ik net zoveel hersencellen ‘kwijt’ als er afgelopen week aan positieve tests waren. Bijna de helft van deze testen is aan de jongeren van 15 tot 29 jaar te wijden. Dit wekt de indruk dat studenten niet alleen hun micro-organismen via de helmen van deelscooters uitwisselen, maar ook via teststaafjes. Toch benadruk ik graag dat niet alle studenten kokhalzen van de alcohol, maar dat er ook een groep is die zichzelf bijna onderkotst omdat de zelftest ook de keel in gaat. Tot een negatieve PCR-test zal het sjoelen met het avondeten in mijn studentenhuis in ieder geval nog wel even doorgaan.