Saai
De huidige lockdown brengt een ongekende stroom dagjestoeristen op gang naar onze zuiderburen. Het leverde in het centrum van Antwerpen zelfs een heus verkeersinfarct op. Oproepen van de lokale autoriteiten om nu toch echt even niet te komen, lijken weinig uit te halen.
Kennelijk is er een onbedwingbare behoefte om te winkelen en buiten de deur te eten en te drinken. Begrijp me goed, ik gun het de ondernemers hoor. Velen van hen proberen al bijna twee jaar het hoofd boven water te houden. Maar ik begrijp die onweerstaanbare drang niet om je plezier buitenshuis te zoeken. Ik hoorde in het nieuws dat Nederlanders ook massaal naar Duitsland afreizen om daar sneller een boosterprik te kunnen krijgen. Want dan komt de wintersportvakantie niet in gevaar.
Ik raak niet van de waps
Ik besef dat ik waarschijnlijk tot een minderheid behoor. Al bijna twee jaar hebben de coronamaatregelen nauwelijks effect gehad op mijn persoonlijk leven. Ik raak niet van de waps als ik niet naar de kroeg kan. Ik schiet niet in de stress als ik hoor dat ik nog maar twee personen thuis mag ontvangen. Bedrijfsfeestje dat niet door kan gaan? Hè, wat jammer nou! Zelfs toen de avondklok er was dacht ik ‘wat heerlijk rustig op straat’.
Wat ik al zei, ik besef dat ik tot een minderheid behoor. Veel mensen houden van drukte, van gezelligheid. Ik hou ook van gezelligheid, ik hou alleen niet van drukte. Ik ga graag naar een concert of festival. Voor de muziek welteverstaan. Dat duizenden andere mensen op hetzelfde idee zijn gekomen, is meer iets waar ik mee heb leren leven dan dat ik het toejuich. Het verbaast me ook dat ik zo vaak hoor ‘we moesten er echt even uit, we werden helemaal gek thuis’. De verveling slaat kennelijk massaal toe. Het lijkt wel alsof thuis een plek is waar men vooral slaapt, eet en onder de douche staat.
Productiviteitsgoeroes
Plezier en ontspanning is iets dat buiten de deur gezocht moet worden. Misschien ben ik wel gewoon heel saai. Ik lees graag, kijk graag tv, hou van een goed gesprek. Of ik schrijf een stukje als ik inspiratie krijg. Soms zit ik zomaar wat te dromen of doe ik een dutje. Ja, zelfs overdag. De productiviteitsgoeroes onder ons zullen er waarschijnlijk een hartverzakking van krijgen. Ik heb geen café, restaurant, festival of vakantie nodig om mezelf te vermaken.
Hecht ik dan geen enkele waarde aan deze zaken? Tuurlijk wel, maar mijn welzijn hangt er niet van af. Ik denk alleen ‘het komt vanzelf wel weer’. Misschien ben ik wel in de verkeerde tijd geboren. Het motto work hard, play hard is duidelijk niet aan mij besteed. Mijn carrière hoeft niet naar de max te gaan, mijn ontspanning ook niet. Ik heb niet voortdurend externe prikkeling nodig om mij gelukkig te kunnen voelen. Ik moet echt voor heel veel mensen verschrikkelijk saai zijn, besef ik. Maar ik vind mijn manier van leven zo slecht nog niet, zeker niet tijdens een pandemie.