Pinguïns
Sinds ik niet meer representatief hoef te zijn, scheer ik me zo weinig mogelijk. Echter na een week, hooguit twee weken, houd ik het niet meer uit en dan trek ik mijn scheerapparaat om mijn gezicht te bevrijden van die jeukende bende.
Hoewel ik sommige mensen een baardje echt wel leuk vind staan, dan denk ik bijvoorbeeld aan Paul McCartney tijdens ‘het rooftop concert’ in London, heb ik in het algemeen iets tegen mannen met baarden. En al helemaal tegen vrouwen met een sik. Hoewel, die Oostenrijkse Conchita Wurst vond ik toch wel leuk tijdens het Eurovisie Songfestival.
Baarden niet te vertrouwen
Van jongs af aan heb ik van huis uit meegekregen, dat mensen met baarden niet te vertrouwen zijn. Waar dat wantrouwen vandaan kwam, weet ik niet. Ik vermoed dat mijn ouders simpelweg iets tegen baarddragers hadden, ofschoon de meesten van hun Bijbelse idolen met een baard waren uitgerust. Ik denk zelf dat het dragen van een baard te maken heeft met de wens het gelaat te bedekken. Te bedekken omdat er iets te verbergen valt. Dat een baarddrager er beduusd voor is dat een passant iets van zijn gezicht kan aflezen. Dat een passant misschien wel zijn gemoedstoestand zou kunnen vaststellen. Hetgeen een zwakte zou kunnen blootleggen.
Nu heb ik een aantal familieleden en vrienden, waarvoor ik mijn hand in het vuur durf te steken, die hebben bewezen dat mijn argwaan ongegrond is. Heel anders is het gesteld met al die ‘gelovige baarden’. ‘Gelovige baarden’ die alles in het werk stellen om vrouwen te onderdrukken. Vrouwen die in hun ogen minderwaardige wezens zijn. Vrouwen die van hen geen onderwijs mogen volgen, die geen auto mogen rijden, die hun mening niet mogen geven, die niet naar een voetbalwedstrijd in het stadion mogen gaan en die in het openbaar hun bekoorlijkheden niet mogen laten zien. Vrouwen, die er van hen alleen maar mogen zijn om kinderen te baren, om de heer des huizes te gerieven, om eten te bereiden en kinderen groot te brengen. Kortom hun sloof te zijn.
Erica Meiland en pinguïns
Tegen die verachtelijke baarden verzet Erica Meiland zich met hand en tand. Dat ze die gedweeë vrouwen in alles bedekkende boerka’s vergelijkt met pinguïns, vind ik echter niet op zijn plaats, want dat doet geen recht aan deze trotse vetganzen. Voor het overige ben ik het helemaal eens met Erica. Zij verdient ieders support bij haar strijd tegen de onderdrukking van vrouwen. Het volk hult zich echter in stilzwijgen. Dat sommige winkeliers haar thans laten zakken, is kenmerkend voor die op winstbejag beluste lieden. ‘Zoals de wind waait, waait mijn rokje’ is hun credo. Zo hebben die nietsontziende verkopers Sinterklaas zijn zwarte Pieten al afgenomen, moet de Goedheiligman er spoedig zelf ook aan geloven, heeft de kerst bijna niets meer met de heuglijke geboorte van het kindeke Jezus te maken, maar uitsluitend nog met Coca-Cola en een stompzinnige Amerikaanse kerstman op een slee en wordt alles wat ooit leuk en traditioneel was, gedegradeerd tot een nietszeggende ‘inclusieve’ ellende.