Ik voel me geen pinguïn, nee ik voel me eerder een tijgerin
Als jong meisje leerde mijn vader mij fietsen op mijn driewieler. Ik was zo trots op mijn bordeauxrode fietsje. Ik zie mezelf nog glunderen en genieten. Naarmate ik ouder werd groeide ‘de fiets’ mee.
Door weer en wind was mijn fiets mijn steun en toeverlaat. Naar school en in mijn vrije tijd was dit vervoermiddel niet meer weg te denken. Ik was ruim 12 jaar toen mijn vader zei: „Rachida, ik wil je leren hoe je een band moet plakken.” Hij vond dat ik dit in het kader van zelfredzaamheid zelf moest leren doen. Hierdoor werd ik al vrij jong gepromoveerd tot fietsenmaker.
Hoofddoek op de fiets
Jaren liet ik mijn haren wapperen door de wind als ik fietste en toen ik rond mijn 19e besloot de hidjab (hoofddoek) te gaan dragen belette mij dat niet om nog steeds met volle teugen te genieten van mijn fiets.
Toen ik moeder werd, kreeg mijn fiets zitjes en werd later omgedoopt tot bakfiets. Alles verdween in mijn fiets, mijn kinderen, maar ook boodschappen en zwemtassen. Natuurlijk nam ik het voorbeeld van mijn vader en schafte al vroeg fietsen aan voor de kinderen.
Samen fietsen we er op los. De ultieme liefde voor de fiets, maar ook mijn hoofddoek, gaven mij altijd een ultiem gevoel van vrijheid. Ik voel me geen pinguïn, nee ik voel me eerder een tijgerin.
Een Hollandse tijgerin met Marokkaanse roots die van fietsen geniet. En zich net als elke andere Hollandse vrouw voelt. Een ziel, een mens, die er mag wezen.