Hoe heet hij eigenlijk?
Ik word om 06.44 wakker geappt door de gastouder. Het berichtje dat ze helaas dicht moet en er op corona getest moet worden. Paniek. Ik ben wel meteen klaarwakker.
Alsof er iemand op mijn kommetje met vissen moet oppassen begin ik iedereen in mijn WhatsApp-lijst te appen. Waar kan mijn kommetje met vissen vandaag terecht?
Een vriendin geeft aan dat ik hem bij haar kan afzetten, maar ik weet dat zij het al zwaar genoeg heeft. En dan schiet me hét idee van de eeuw te binnen. De moeder van een mentor-leerling van me is ook een gastouder. Dus die bel ik wakker. ‘„Hoi met mevrouw Q hier… Heb jij misschien nog plek vandaag?” Ik hoor ver weg een ja in haar antwoord en dat was meer dan genoeg. ‘„Oké tot zo!” Nog steeds in paniek: omkleden, broodje in de mond, tasje klaarmaken en rennen naar de auto. Waar moet ik ook al weer heen rijden? Ik bel de moeder weer of ze haar adres kan sturen.
Kommetje met vissen slaapt
Twee keer op de automatische piloot langs de straat en vervolgens het huis gereden, maar ik vind nummer vijf eindelijk. De deur staat al open, waarschijnlijk zag ze me al vier keer langsrijden. Mijn kommetje met vissen is inmiddels in slaap gevallen in de auto. Die til ik op, armen en benen bungelend langs mijn lijf. ‘„Ik ben om tien over één klaar dus dan zal ik hier om half twee zijn!”, roep ik. Kommetje met vissen wordt van me overgenomen. Ik hoor wat gehuil, maar ik ren alweer naar de auto.
Zo en nu naar werk. Ik ben weer wat rustiger. De leerlingen staan al bij het lokaal te wachten. Ik laat ze één voor één binnen en glimlach de ochtend weg. En dan komt er een ap’je binnen.
‘„Hoe heet hij eigenlijk?” Adam. Hij heet Adam. En ik heb Adam in al mijn paniek bij zomaar iemand afgezet…