Van die dingen..
Easy Living’… Ella Fitzgerald, begeleid door wondergitarist Joe Pass. Doe maar op een zondagmiddag, tegen half vijf als de schemering aarzelend begint in te vallen, en wind en regenvlagen om het huis gieren. Kijk voor het raam genoeglijk naar de enkele fietser die vrouwmoedig tegen de elementen worstelt. Jij bent binnen, de witte wijn in de koelkast vraagt zich al af waar je blijft.
En als dat teveel behagen is, dan maar ‘Sinatra at the Sands’. Spotify erbij en scrollen naar ‘Chicago’, waar de Big Band van Count Basie het gas erop zet. Kippenvel en iedereen in huis nu definitief wakker!
Langzaam leven, dat was het afgelopen anderhalf jaar voor ons het voordeel van het nadeel dat Covid heet. Verplicht ontslagen van alles wat overbodig bleek. Kalm aan.
Waarom ben ik trouwens nooit een sigarenwinkel begonnen? Nu een bijna blasfemische gedachte, en terecht, want van roken is nooit iemand beter geworden.
Maar wel als je jaren terug een klein winkeltje had gehad. Zo’n stoffig uitgeteerd pandje op de hoek van de straat met dikke gordijnen voor de winkeldeur tegen de tocht en een helder koperen belletje bovenaan dat waarschuwde voor een nieuwe tevreden roker. Als eigenaar woonde ik dan achter, stond rustig op uit mijn leunstoel bij de haard, schoof in mijn pantoffels en kwam naar voren sloffen.
Werk aan huis. Altijd een gezellig praatje met de klant en niemand die ooit iets terug kwam brengen, want alles deed wat het beloofde (en meer, maar dat kwam later pas…).
Zo’n pandje waar ik als 8-jarige naartoe ging met opa Ad, die de voorraad in zijn tabakskastje aan ging vullen bij de Heer Stuurop aan de overkant. Hoed op, stok mee en: ‘Gezwinde pas, jongen!’
Eenmaal binnen was de begroeting als die van oude vrienden. Hij sloeg eens in de maand ruim in, meerdere merken met en zonder filter plus enkele dozen Elisabeth Bas Bolknakken, waar hij er per dag twee van mocht.
Elisabeth was, getuige het glimmende met goud versierde sigarenbandje, een ijzeren transgender uit de middeleeuwen die net voor haar definitieve transformatie tot kooivechter vereeuwigd was.
Opa kon haar reduceren tot een witte kegel die op betere dagen de helft van de sigaar besloeg en met de grootste omzichtigheid behandeld werd. Betrad hij echter op weg naar een nieuw record onbekend terrein, dan zag je dat het gewicht langzaam teveel werd voor de as, die aan de top vermoeid begon in te zakken.
Een split second voor hij zijn pantalon zou besmeuren slaagde hij erin om pijlsnel af te tippen.
Zo, dat was dat en daarna kwam de eerste jonge klare en het avondblad.
Van die dingen..