Niet te ver vooruit denken
In paniek bel ik mijn moeder op. Ik heb net te horen gekregen dat ik ben ingedeeld bij mijn nummer 1 uit de top 3 docenten die ik als begeleider voor mijn scriptie zou willen. Dan zou je toch blij moeten zijn? Ik hoor het jullie allemaal al denken en ik ben het volledig met jullie eens. Toch word ik overvallen door paniek, stress en een hele snotterige huilbui. Alles komt nu toch wel heel dichtbij.
Nadat mijn moeder me heeft gekalmeerd geef ik aan hoe moeilijk ik het allemaal vind. Dé juiste keuze maken. Welke master wil ik gaan doen? Ik rond mijn bachelor dan wel af, maar twijfel nog altijd of ik vier jaar geleden de juiste universitaire opleiding heb gekozen. Wil ik hier wel iets mee doen? Ik vertel haar hoe jaloers ik ben op mijn vrienden en vriendinnen die zo goed weten wat ze willen en met een enorme drive dag in, dag uit, gaan voor hun doelen. En ik? Ik doe maar wat, ik modder maar wat aan. Ik maak af waar ik aan begin en daar is alles zo een beetje mee gezegd. Ik begin weer te snikken en geef stotterend aan hoe graag ik datgene wil vinden in het leven waar mijn ogen van gaan stralen zoals de ogen van mijn broer stralen als hij over zijn werk praat. Ik wil zo door het vuur kunnen gaan voor iets, zoals mijn moeder dat voor haar eigen bedrijf gaat. Ik wil zo content zijn met mijn privé en werk balans zoals mijn vader dat doet. Ik wil het allemaal zo graag en het lijkt maar niet te lukken.
“Maar dat is toch niet erg, schat?” Helemaal in mijn eigen wereld, schrik ik een beetje van de opmerking van mijn moeder. “Dat is toch niet erg” galmt zeker vijf keer door mijn hoofd en ik blijf stil. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar na een veel te lange stilte komen de woorden toch uit mijn mond. “Voor mij wel mam… Ik wil zo graag.” Nadat ik dat heb uitgesproken begin ik zelf te realiseren hoeveel druk ik voor mezelf creëer. Ik vraag me dan ook af of ik misschien aan het forceren ben. Maar hoe kun je dit niet forceren, het wordt nu toch wel tijd om te weten wat je wil? De tweestrijd in mijn gedachten gaat door en weer word ik uiteindelijk teruggehaald naar de realiteit door de lieve stem van mijn moeder. “Je hebt nog alle tijd, lieverd, begin eens bij het begin en kijk niet te veel vooruit. Je hebt afgelopen jaar meegemaakt hoe snel alles in deze wereld kan veranderen, hoe belangrijk het is om er voor je dierbaren te zijn en vooral hoe belangrijk het is om eens een keer een stapje terug te doen. Ik hou van je. Richt je eerst op die scriptie en het afronden van je bachelor en dan zie je het wel weer. Het komt echt goed, je bent goed zoals je bent en dat is zeker een ding waar jij goed in bent, jezelf zijn.”
Ik weet dat ze gelijk heeft, maar mijn hoofd blijft draaien. Na een tijdje verbreek ik de verbinding en plof op mijn bed. Opgelucht zucht ik en staar naar het plafond. Dan realiseer ik dat ik contact moet opnemen met mijn scriptiebegeleider. Want die scriptie, daar moet ik me nu op richten en de rest komt later wel.