Er was geen kip
„Mevrouw, deze kippendijen-ovenschotel is over de datum”, zegt het meisje dat bij de zelfscankassa de boodschappen met een apparaatje telt.
Dit tellen is volgens mij om te checken of alles wel echt afgerekend wordt en in dit geval om te voorkomen dat ik voedselvergiftiging oploop en de supermarkt voor het gerecht moet slepen.
„Oh”, stamel ik en wil de aankoop ongedaan maken maar dat gaat niet zegt het schermpje. Ik moet wachten op een medewerker, staat er. Maar de medewerker is al naar iemand die niet weet hoe je de bon moet printen waarmee je het poortje moet scannen om de winkel uit te mogen. Ook zoiets…
Zenuwachtig van de zelfscankassa
Wat heb ik een hekel aan de zelfscankassa. Waar ik altijd min of meer toe gedwongen wordt omdat er toevallig nooit een caissière achter de kassa zit als ik er ben. Ik word er altijd een beetje zenuwachtig van. Niet alleen omdat ik me een potentiële dief voel met zo’n controleur in mijn nek, maar ook omdat ik handelingen moet doen die ik als klant eigenlijk niet zou hoeven doen. Want daar zijn caissières voor, toch? Maar die staan ons nu te controleren. Als het nou van de prijs af zou gaan… maar de dagelijkse boodschappen worden alleen maar duurder. Bovendien bevestigt deze ont-persoonlijking dat ik het dus écht allemaal alleen moet doen.
Op naar de gewone kassa
Dus laat ik mijn volle boodschappentas achter en kijk zelf maar bij de kip of er een versere versie is. Die is er niet, ze zijn allemaal over datum. Waren de vakkenvullers aan het staken? De medewerkster heeft er inmiddels een collega bij gebeld. Die ziet op haar kastje ook dat de houdbaarheidsdatum verstreken is, maar ze kan het middels het geavanceerde apparaat óók niet meer terug scannen. Daarom mag ik mijn boodschappen bij de kassa afrekenen. Daar zit inmiddels het meisje die net mijn kip heeft afgekeurd (nu kan het ineens wel!?). Mijn volle tas, die ik net naar mijn lichtelijke ocd-standaard had gerangschikt: de zware, vaste dingen onder het lichtere spul on top, moet weer worden uitgepakt, de rolband op en opnieuw worden afgerekend. „Nee joh, geeft niks.”
Met een beslagen bril en lichtelijk hoofdpijn van de honger, blijf ik toch vriendelijk. Dat meisje wou waarschijnlijk ook liever een leuker baantje. Eenmaal thuis, zonder kip, trek ik de net gekochte maaltijdsalade met garnalen, die eigenlijk voor morgen was, open. Voor de zekerheid check ik toch even het etiket. Uiterste houdbaarheidsdatum: 23-09-2021.