De placebovisser
Vakantie in het Duitse Thüringen. Na één dag was ik al verknocht aan het bijzondere landschap dat mij sterk aan Mallorca deed denken. Ik vertelde de serveerster in het hotel dat de omgeving veel weg had van Spanje. Volgens haar was ik de eerste gast die een dergelijke vergelijking maakte.
„De meeste mensen die Spanje bezoeken kennen alleen maar het strand”, gaf ze ter verduidelijking aan.
Ze schatte mij dus in als iemand die meer van Spanje heeft gezien dan alleen het strand. Daar had ze gelijk in. Na mijn tienjarig verblijf op Mallorca kende ik meer dan alleen de Mallorcaanse stranden. Deze omgeving in Thüringen deed mij sterk denken aan de omging van het Mallorcaanse stadje Sóller en het dorpje Deià, enkele van mijn favoriete plekjes op het Spaanse eiland. En niet alleen de oude, deels vervallen en deels opgeknapte kleine Thüringse dorpjes hadden veel weg van een Spaans landschap, ook de automobilisten, die er als waanzinnigen doorheen scheurden, leken op de temperamentvolle Spaanse automobilisten. De ietwat stugge houding van de lokale bevolking kwam weer overeen met die van de typische Mallorcaan. Al met al was ik na één dag verliefd op deze omgeving en betrapte ik mezelf erop dat ik in de lokale kranten het huizenaanbod bestudeerde.
Verbaasd om een visser
Vanochtend wandelde ik langs de Thüringer Stausee, het stuwmeer dat zich in de buurt van mijn voordelige hotel bevond. Na een wandeling van anderhalf uur nam ik plaats op een bankje. Rechtsonder mij, direct aan het water, zat een visser. Ik keek zo nu en dan of hij beet had en genoot van het prachtige uitzicht over het water en de bergen op de achtergrond. Om iets te doen te hebben at ik een appel. Terwijl ik een eerste hap nam, trok de visser zijn lijn omhoog. Er zat niets aan. Ik was verbaasd, omdat er écht helemaal niets aanzat, noch een haak, noch aas. De visser keek om en zag mijn verbaasde gezicht.
„Ik vis niet echt”, zei hij.
Ik knikte. De man sprak Engels met een Amerikaans accent.
„Niet echt”, herhaalde ik, omdat ik niet echt begreep wat hij daar nu mee bedoelde.
„Ik geniet van het water, van de lucht, de vogels, ik mediteer”, legde hij me uit.
Ik knikte begrijpend. Waarom niet.
„Zonder mijn hengel denken veel mensen dat ik gek ben”, lachte hij. „Daarom heb ik altijd deze hengel bij me. Ik ben geen gewone visser, ik ben een placebovisser.”
Ik lachte, maar niet te uitbundig. De man leek te menen wat hij zei.
„Dat is een goed idee”, antwoordde ik. „Eigenlijk ben ik een placeboappel-etende-man’, vertelde ik er spontaan achteraan.
Hij lachte, ik lachte.
„Ik ga weer verder”, zei ik.
„Ik ook”, zei de placebovisser en richtte zijn blik weer op het water.