Bijkletsen
Ik heb zo’n vriendin waarbij het altijd even duurt voordat we elkaar spreken. Niet alleen feitelijk, ook het over en weer proberen af te spreken wannéér we dan gaan bellen, vergt meestal enige pogingen.
Het is geen onwil. Het is een kwestie van slechte timing, steeds. Nu ook weer.
„Ho! Ga eens in de pan liggen, jij!”, hoor ik haar, als vanouds, iets in de keuken dresseren.
„Wat…”, begin ik, onderbroken door:
„Worstjes met boontjes en appelmoes”, hoor ik haar mijn onuitgesproken vraag aan een nieuwsgierig kind op de achtergrond beantwoorden.
„Oh, dat klinkt lekker. Niet per se culinair”, doe ik een duit in het niet-bestaande zakje. Ik kan zelf net een ei bakken, mijn mening op gebied van eten is wel het laatste waar zij zich druk om maakt.
„Het is even behelpen”, verontschuldigt ze zich.
„Oh? Hoe bevalt het wonen in het nieuwe huis?”, herinner ik me ineens dat ik dat nog niet gevraagd heb.
„Ja, daar zitten we dus nog niet”, begint ze dan uit te leggen. „Voorlopig hebben we elke dag nog bijna een uur reistijd, voordat we op school zijn. Vijfentwintig minuten heen en dan dus ook nog hetzelfde terug. En dan heb ik ook nog een klas overgenomen waarvan de bedoeling was dat ik daar de vervanging uiteindelijk op me zou nemen, maar dat is veel vroeger geworden, omdat de juf ziek is geworden.”
Opzoeken op de website
Mijn mond zakt open.
„Waar zitten jullie nu dan?”, vraag ik verbaasd.
„Ja, in een vakantiehuisje”, zegt ze.
„Hè? Wanneer gaan jullie echt verhuizen dan?”
„Hopelijk over twee weken”, hijgt ze.
„Wat doe je in vredesnaam?”
„Ik ben aan het multitasken”, kreunt ze nog wat meer. „Ik probeer een blikje bonen open te krijgen, want ik kan de verse even niet vinden.”
„Zo, hèhè, dat kan in de pan”, verzucht ze dan. Ondertussen zie ik iemand in mijn keuken nog net niet al pirouettes draaiend een pan heerlijk eten maken. Ik hou wijselijk mijn mond. Ik doe het tenslotte niet zélf.
„Zeg, heb je de nieuwe single van mijn broer eigenlijk al gehoord?”, vraagt ze dan.
„Huh? Nee?”
„Ja, van Mattino, moet je even naar die website gaan”, zegt ze.
„Oh, en je moet mijn naam even op bol of kobo intikken”, grinnik ik.
Zo zijn we meteen weer bij gekletst en kunnen we meteen aan tafel….