Acht seconden, acht minuten… acht uur?
Maandag 16 augustus 2021. Na 17 maanden had ik eindelijk weer eens wederzijds lichamelijk contact. Met een wildvreemde en misschien maar acht seconden, maar het was tenminste een verbinding tussen twee lichamen. Wat heb ik dát al die tijd gemist!
Ja maar Ossie, heb je dan geen geliefde, kinderen of huisgenoten? Nee, die heb ik niet. Voor mij was het tijdens de pandemie vooral emoties van me af schrijven en praten. In de hoop dat iemand mij begrijpt.
In die acht seconden had ik voor mijn gevoel al meer ervaringen uitgewisseld dan met welke verbale uiting dan ook. Ze stroomden van het ene lichaam naar het andere. En andersom. Zonder elkaar te hinderen. Zonder te worden bekritiseerd door het brein. Zonder angst te worden be- of veroordeeld. Ervaringen, die er gewoon zijn. Van twee mensen, die er gewoon zijn. Die tijdens die acht seconden met elkaar verbonden zijn. De meest eerlijke vorm van contact. Als ik een stukje schrijf of een gesprek voer, zit mijn brein me namelijk te censureren. Oei, laten we dit toch maar niet zeggen. Iets van ‘kwetsend’ of ‘ondoordacht’. Dat laatste als eufemisme voor ‘stom’.
Wat het brein al weet
Hoe zou het zijn, als die acht seconden acht minuten zijn? Of acht uur? Acht minuten, dat is de tijd die ik meestal nodig heb om een bepaalde emotionele lading via wederzijds lichamelijk contact te verwerken. Mijn lichaam moet namelijk nog doorvoelen wat mijn brein al lang weet. Na die acht minuten zegt mijn lichaam of dat van mijn partner ‘stop’. Het lichaam zegt dat, niet het brein. Acht uur? Mijn brein kan zich er iets bij voorstellen. Maar mijn lichaam weet na meer dan een halve eeuw nog altijd niet hoe dat voelt.
Mijn brein weet namelijk dat acht uur onafgebroken wederzijds lichamelijk contact kan plaatsvinden als je het bed met iemand deelt. Terwijl je slaapt, kan je lichaam alle ervaringen van de dag via een ander lichaam loslaten en op laten lossen. Ik denk dat mensen niet half beseffen dat dit een onwaarschijnlijk grote levenskwaliteit is. Meer nog dan het hebben van seks of een vaste relatie. Je lichaam leegmaken, noem ik dat. Ik heb daar helaas geen mogelijkheid toe. Ik kan hooguit mijn hoofd leegmaken. Waar slechts 13 procent van mijn intelligentie zit. Bijvoorbeeld door met taal te spelen. Gelukkig ben ik daar al aardig vaardig in.
Verbinding aangaan
Soms zou ik weleens een hele nacht met iemand in verbinding willen zijn. Gewoon, zoals ik ben en zoals die ander is. Echter, een verbinding met iemand aangaan kan ik alleen in een omgeving waarin ik mij veilig voel. In den vreemde voel ik verbindingsangst. Ja, ik weet dat er datingsites zijn. Nee, het gaat mij niet om seks of om vervanging van een ex. Ik wil terug naar de basis. Gewoon met iemand kunnen zijn. Maar ik vrees dat ik voor die wens te eerlijk of te authentiek ben.
Ik heb inmiddels geaccepteerd dat ik dit gevoel wellicht niet meer zal ervaren. Geeft niet. Ik zal ook nooit een Nachtwacht kunnen schilderen. En dus probeer ik, terwijl in mijn lichaam van alles in de weg zit, hier mijn hoofd leeg te maken door mijn ervaringen verbaal te schilderen, terwijl de nacht wacht…