De morele liquidatie
‘Straatnamencommissie geliquideerd’. Dat is wat er feitelijk stond als titel in het Parool over de inclusie- en diversiteitskaravaan die nu loopt te trompetteren door de straten van Amsterdam. Een straatnaam is niets meer dan een aanduiding van een openbare ruimte. Het helpt ook om iemand de weg te wijzen. Fijn. Daar zou niemand zich toch druk om maken? Althans, dat zou je wel denken. Er zijn wel belangrijkere dingen waar we ons mee bezig moeten houden.
Maar ook Nederlands mooiste stad valt steeds meer ten prooi aan de identiteitshysterie die als de donut vanuit Amerika is komen overwaaien. Vanuit het niets werd na ruim negentig jaar de oude garde van de Commissie Naamgeving Openbare Ruimten (CNOR), zonder enige inspraak of vrijheid van meningsuiting, aan de kant gezet om plaats te maken voor een adviesraad dat niet het beeld van een stel ‘oude witte mannen’ had. Daarbij zou het rapport hebben gezegd dat de commissie nogal eenzijdig was. Ik heb daar mijn vraagtekens bij neergezet. Want zijn de nieuwe leden van de Adviesraad naamgeving openbare ruimten (ANOR) dan totaal niet eenzijdig? En zorgen zij dan eigenlijk niet voor meer polarisatie én bovendien een heleboel administratief gedoe voor de bewoner? Dat lijkt mij namelijk wel.
Onze burgemeester Femke Halsema laat zich echter niet uit het veld slaan: Amsterdam heeft volgens haar nog een ‘lange weg’ omhoog te gaan. Laat mij vooropstellen: het is eerder een snoekduik naar beneden, waar een gezond verstand aan onderdoor gaat. De filosoof Arthur Schopenhauer (1788 – 1860) schreef vroeger dat de geschiedenis zich telkens op een andere manier gaat herhalen en hij blijkt ook nog gelijk te hebben ook. Verdomd. De huidige Vrijheidslaan in Amsterdam-Zuid werd na de oorlog van Amstellaan veranderd naar de Stalinlaan, om vervolgens weer van de muur afgehaald te worden, waardoor de straat nu zijn huidige benaming heeft. Zo kunnen we wel eindeloos door blijven gaan. Wouter Pocornie, architect en urbanist, tevens verbonden aan de Black Archives, heeft zelf ooit gezegd: „Gum het verleden niet uit. Het is ook wel beledigend voor de mensen die hier altijd zijn blijven wonen. Het is veel mooier om een identiteit te zoeken in eerlijkheid, om voort te bouwen op wat is geweest.” Alsof het gevaar van dat woke geblaat tot hemzelf blijkt door te dringen.
Het racisme lijkt wel een U-bocht te hebben genomen, niet alleen tegenover de blanke medemens. Nee, ook de zogenaamde ‘dominante’ aanwezigheid van het mannelijke geslacht moet een harde rechtse krijgen. De welbekende ‘Herengracht’ zou volgens het het linkse stadsbestuur van Amsterdam he-le-maal fout zijn. Gekscherend vind ik dat dit niet eens gebaseerd is op feiten of onderzoek, maar puur op onderbuikgevoel en aannames. Geen bewoner die hierover zijn beklag heeft gedaan, zoals dat op 5 november 1956 wél is gedaan, uit protest tegen de inval van de Sovjet-Unie in Hongarije. Dus waar maken we ons nu eigenlijk druk om? Of: klinkt de Damessloot of Vrouwenkanaal soms beter? Alleen zo kun je dus ‘ongelijkheid’ tussen man en vrouw blijkbaar doorbreken.
Net als bij de straatnamencommissie wordt de ene manier van elkaar discrimineren onder het mom van ‘omhoog gaan’ met gemak ingeruild voor een andere, maar de humor van dit nieuwe type minachting ontgaat de meeste van mijn generatiegenoten nog tot op de dag van vandaag.
In het hitte van het moment van de Black Lives Matter-beweging ondertekenen ruim zeshonderd mensen een petitie vol vuur om de Monsieur Cannibale attractie uit de Efteling te laten verwijderen. Onder de veronderstelling dat een kind daadwerkelijk zich bewust bezighoudt met hoe dat desbetreffende stuk speelgoed eruitziet. Het pretpark reageert zo beleefd als dat het uitstraalt toen ik het voor het eerst bezocht als klein jongetje: „De meeste bezoekers snappen echt wel dat het een vrolijke karikatuur is, zoals er meer karikaturen in ons park te vinden zijn. Het is een uitvergroting, niet de wereld zoals hij er echt uitziet.”
Teleurstellend is dat de attractie uiteindelijk onder druk van dit soort rancuneuze activisme verwijderd is. Bij een plek die voornamelijk voorbestemd is voor amusement voor het kind wordt dus niet alleen uit eigenbelang gedacht, maar moeten onschuldige jongens en meisjes het ook nog eens ingepeperd krijgen dat het pretpark niet vies was van een ‘tikkeltje’ slavernij. Afgelopen week zei Bond Heemschut, de grootste particuliere erfgoedvereniging van Nederland, dat Monsieur Cannibale thuishoort in het Rijksmuseum omdat het illustratief is aan het racismedebat. Rare uitspraak. Daarmee plaats je het museum tegelijkertijd ook in een hokje.
De reactie van de Efteling wees het aanbod terecht af om Monsieur Cannibale in het Rijksmuseum te laten plaatsen, omdat het object niet een eigen leven hoeft te gaan leiden buiten de context van het pretpark. Correct. Het was bedoeld als speelgoed voor onze kleintjes. Als extreme bewegingen zelfs hun onschuldige wereld gaat betreden, dan slaat het de plank volledig mis. We zijn allemaal opgegroeid en bewust geworden van de wereld door ons eigen onderzoek te doen in het leven. Ontneem dat niet. Daardoor raakt de multiculturele samenleving die we al hadden juist meer gespleten van elkaar en dat willen we allemaal niet hebben.