De gemaskerde trol
Het was halverwege juli, toen Lewis Hamilton met het Mercedes AMG Petronas Formula One Team aan het zegevieren was, na de race op het Silverstone Circuit in Groot-Brittannië. De kurk kon weer snel op de champagnefles, want de winst werd al snel achtervolgd door een resem van discriminatie jegens de coureur met een donkere huidskleur.
De berichten waren een voorbeeld van de voortdurende onverdraagzaamheid die heerst op social media: men plaatste naast allerlei racistische uitspattingen, de emoji van het ‘aapje’ in meervoud, evenals dat dit een week daarvoor gebeurde toen het Engelse nationale voetbalteam de finale van het EK voetbal verloor.
Digitale lynchpartij
Wanneer het even niet meezit met onze patriottistische sportliefhebbers, worden atleten met een andere etniciteit al snel ‘kankeraap’ genoemd en begint de gevaarlijke stoet naar een digitale lynchpartij. Wat mij altijd opvalt bij deze desbetreffende nieuwsberichten is dat de daders met hun belediging altijd onbekend zijn. De schuldenaar is namelijk altijd een oude bekende op de tijdlijn: de gemaskerde trol. Je komt hem overal tegen. Het maakt niet uit waar je bent, hij kan de bron zijn van alle desinformatie rondom de pandemie, één van de troepen van het botleger, een leider van een darknet-markt, een hacktivist óf oplichter.
Dit soort querulanten verschuilen zich meestal achter meerdere mascottes: trollface, een internetheld met capuchon op en overige willekeurige afbeeldingen waarvan je snel concludeert dat het niet het gezicht is van de ware lafaard. Ik kan het je niet aanraden om na afgelopen weekend de reacties onder de posts van de Formule-1 te lezen omdat Hamilton weer bovenaan staat, want het zal weer volstaan met bovengenoemde janboel. Het sijpelt overigens ook voorwaarts naar de plaatselijke kroeg, waar domrechts volk ergens in een hoekje bij de rondetafel hetzelfde soort dialoog heeft als de gemaskerde trol.
Ander pseudoniem
Het beschimpen richt zich echter niet alleen op de tegenpartij, maar ook onze eigen kanshebber op het wereldkampioenschap kreeg het te verduren. Het ergste geval: „Je had moeten sterven in de crash.” Het blijft echter zo dat de belager zijn ware identiteit niet vrijgeeft, maar eerder de voorkeur geeft aan de bivakmuts. Ook dit leidt tot weinig gevolgen. Zelfs de gerapporteerde berichten blijven voor een korte duur verwijderd, voordat ze even later weer verschijnen onder een ander pseudoniem. Wat doen onze wereldleiders, voetbalbonden en federaties daartegen? Vrij weinig, eigenlijk.
Ik moest hardop lachen om Boris Johnson zijn ‘grote mond’. Hij zou de grote techgiganten wel even vertellen dat het nu afgelopen is, maar niks bleek daarvan waar te zijn. Ze waren namelijk al uitgenodigd voor een theekransje tijdens The Diana Award, een goed doel dat zich inzet tegen pestgedrag. Kan je het nog volgen? Juist, ja. Een bijeenkomst om pesten te voorkomen, waar Johnson hooguit vijftien minuten iets heeft verteld over het racisme richting Lewis Hamilton en de spelers van het voetbalelftal. Google werd zelfs vrijgesteld van het cabaret van de Britse premier, niet omdat hij dat had besloten, maar omdat ze er zelf voor hadden gekozen om niet aanwezig te zijn. Dan moet er toch een belletje gaan rinkelen dat je niet serieus wordt genomen, toch?
Achter een masker win je nooit
Alleen: dat is voor dat eiland waar de Noordzee tussen ligt. Waar was onze eigen minister-president eigenlijk? Oh, ja. Die was blij dat het paradijs der Olympische Spelen was begonnen. Evenals de KNVB die eerder een keer vertelde: „In Nederland kennen we deze voorgeschiedenis niet.” Wél zouden ze om tafel gaan met Facebook. Hebben we daar inmiddels al wat over gehoord? Nee. Dus het zal wel ook wel met een vlag en wimpel onder het genot van een stukje oranjekoek zijn gegaan.
We hebben de vrijheid van meningsuiting, maar die is naar mijn mening: voor de échte mens, niet voor de kameleons die zich verschuilen achter een nepprofiel. Daarom is het belangrijk om duidelijk te zijn tegenover een generatie die verwend is met de keuze van anonimiteit, om je gezicht te laten zien, een ‘echte vent’ te zijn en jezelf kwetsbaar op te stellen. Dat is wat Lewis én Max beiden doen zodra ze in de cockpit van hun raceauto stappen. Je kunt namelijk in geen discussie of strijd de winnaar zijn. Zolang je je verbergt achter een masker.