De advocaat en zijn nachtrust

A.W. Verschut 28 aug 2021

In alle opzienbarende en daarom mediagevoelige strafzaken roept de rol van de advocaat steevast gemengde gevoelens op. ‘Gemengd’ is daarbij nog neutraal uitgedrukt, want de reacties zijn over het algemeen negatief. Er is een afschuwelijk misdrijf gepleegd en na intensief speurwerk heeft de politie een verdachte aangehouden, dus Barbertje moet hangen. Met alle emoties die dat oproept, zit niemand dan te wachten op een gladde prater die roet in het eten komt gooien en probeert de dader zijn gerechte straf te laten ontlopen. Niemand, behalve de verdachte dan.

‘Trial by media’

Om de rol van de advocaat beter te begrijpen, is het goed om twee belangrijke uitgangspunten voor ogen te houden. Ten eerste, iedere verdachte wordt voor onschuldig gehouden totdat zijn schuld door de rechter bewezen wordt verklaard. Hieraan wordt gemakshalve weleens voorbijgegaan. Door berichtgeving in de media is menig verdachte al publiekelijk veroordeeld nog voor hij één voet in de rechtszaal heeft gezet.

Zelfs Peter R. de Vries vergaloppeerde zich toen Jos Brech – verdacht van de moord op Nicky Verstappen – in Spanje werd gearresteerd door te euforisch te twitteren: ‘WE GOT HIM!!’. En met ‘him’ werd overduidelijk gesuggereerd dat Brech de dader was.

Twijfel

In de tweede plaats heeft iedere verdachte recht op verdediging, hoe weerzinwekkend de persoon van de verdachte en/of het vergrijp waarvan hij verdacht wordt, ook is. Ook types als Marc Dutroux hebben recht op een advocaat.

De advocaat – ‘raadsman’ genoemd in een strafproces – moet ervoor waken dat ook een dergelijke verdachte een eerlijk proces krijgt waarin zijn wettelijke rechten worden gerespecteerd. En ja, als er door het OM of de rechter (vorm)fouten worden gemaakt, zal de advocaat daarop in het belang van zijn cliënt moeten wijzen, ook al zou dat in uiterste consequentie betekenen dat de verdachte geen veroordeling krijgt en op vrije voeten komt.

Om te straffen, moet er bewijs zijn en het is aan het OM om de schuld van de verdachte aan te tonen, overtuigend en met wettige bewijsmiddelen. De verdediging mag daarbij alles in stelling brengen om de lezing van het OM aan het wankelen te krijgen, zoals het presenteren van alternatieve scenario’s. Twijfelt de rechter aan de visie van het OM en is hij dus niet overtuigd van de schuld van de verdachte, dan heeft hij geen andere keus als de verdachte vrij te spreken.

Morele dilemma’s

Nu zal de verdachte veelal aan zijn advocaat prijsgeven of hij al dan niet schuldig is. Dat kan hij zonder risico doen. De advocaat heeft een beroepsgeheim en mag niets van wat tussen hem en zijn cliënt besproken is, naar buiten brengen.

Zo kan gemakkelijk een moreel dilemma ontstaan wanneer de raadsman wéét dat zijn cliënt schuldig is, maar hij desondanks zijn werk zo goed mogelijk in dienst van zijn cliënt moet blijven doen, ook al zou daardoor een schuldige verdachte op vrije voeten kunnen komen en straffeloos wegkomen met bijvoorbeeld het plegen van levensdelict of ernstig zedenmisdrijf. Het is aan iedere individuele advocaat om te bepalen of hij ’s nachts dan nog rustig slapen kan.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.