Zeker weten!
Zekerheden in je leven markeren de boel of juist niet en zorgen voor afbakeningen die (soms) nodig zijn. Dat voor de zekerheid. Want zekerheden in een mensenleven zijn piketpaaltjes: ze geven houvast.
In menig stukkie of zelfs boek komt deze zin voor: ‘De enige zekerheid die je als mens hebt, is dat we allemaal doodgaan’. Nou nou, degene die dat de eerste keer heeft opgeschreven moet ongetwijfeld een briljante geest zijn geweest. Een waarheid als een koe markeren alsof het een nieuwsfeit is. Gekmakend goed. Lol.
Wat zekerheden op de korrel? Goed, het is een zekerheid dat het Nederlands elftal Euro 2020 niet wint. Kijk alleen maar naar Italië. Dat team is sowieso beter. Of: het is een zekerheid dat de geweldige Davina Michelle tijdens de eerste ‘halve finale’ van het Eurovisie Songfestival iedereen ondersteboven zong. En buiten mededinging ook nog. Of, qua zekerheid: de leden van de Doopsgezinde Gemeente in Annerveenschekanaal waren naarstig op zoek naar hun verdwenen koster. Na onderzoek blijkt dat ie onder de artiestennaam ‘Jan Smit’ iets praterigs deed tijdens het voornoemde songfestival in Rotterdam. En nog in werkkleding ook. Geestig!
Zekerheid om op te bouwen
Even naar het uitgangspunt: de zekerheid als piketpaaltje. Iets om op terug te vallen. Iets om op te kunnen bouwen. Natuurlijk! Maar: kunnen we zonder? Redden we het zonder iets als ‘zekerfeit’. Ik weet het niet zeker. En dat maakt ónzeker. Ik bedoel: Feyenoord heette vroeger Feijenoord. De meerderheid onder u zal zeggen ‘boeie’. Maar ik als geboren Rotterdammer werd daar vanaf 1955 plompverloren mee opgezadeld. Even nog gehoopt dat het non-stop lijden van ons Feyenoorders door het winnen van de Europa Cup zou worden beëindigd, maar niks van dat. Integendeel zelfs. Vrijwel elk jaar kijken we als Rotterdammers tegen de konten van Abcoude-Noord aan. Lijden als Feyenoorder doet evenveel pijn als lijden als Feijenoorder. Ajacieden – en ik weet het, ik ben er met eentje getrouwd – mogen qua verandering ook klagen. De naamsverandering van Johan Cruyff in Johan ‘Cruijff’ (of was het andersom?), dus eindigt deze klassieker in 1-1. Kan ik prima mee leven.
Heul veul pannenkoeken
Herinnering: mijn ma bakte vroeger wel eens pannenkoeken. Uit school komend rook je het al als met de fiets je over het paadje tussen Markt- en Kanaalstraat hobbelde. De geur van lekker, van feestje, van smullen en heul veul pannenkoeken eten. Ma bakte de ronde bodems met ingrediënten van Dr. Oetker. Oetker als uitgesproken met de oe van koe en poep en koeienpoep. Helder. Zekerheidje, inderdaad. Het was zo vertrouwd: ma bakt met spul van dokter Oetker. Dan wist je dat het goed was. Maar plots is ergens in een menselijk marketinggerelateerd brein kortsluiting geweest. Kan niet anders, want wie verzint het dat dr. Oetker ineens ‘Dokter Utker’ moet heten? Wég zekerheid. Weg gedachten aan de heerlijke Oetkeriaanse pannenkoeken van ma. En waarom? Kan iemand mij dat uitleggen? Wordt dit het nieuwe Nederlands? Kak. De taalliefhebber in mij slaat op hol. Want hoe gaan we als deze idioterie voortduurt voortaan om met ‘Koetjesreep’? Ik bedoel maar. Zwaar koet, het wegvallen van piketzekerheid.