Blijven trappen
Ik weet niet of ik nog wel terug wil naar het oude normaal. Ondanks dat het afgelopen jaar zwaar is geweest en veel in duigen zijn gevallen, is het persoonlijk wel ergens goed voor geweest. Dit besefte ik nog eens toen ik badend in het zweet de pedalen ritmisch naar beneden trapte op de steiger van Strand Zuid, met uitzicht op een nog niet uit het dauw ontwaakte Beatrixpark.
In mijn koptelefoon klonk opzwepende muziek en de stem van de Rocycle-instructeur.
„Challenge yourself. Sometimes we need a little obstacle to grow, to change.”
Ik dacht aan de laatste keer dat ik op deze steiger stond. Het was een jaar voor het virus de wereld veranderde. Ik zweette toen ook, met diezelfde koptelefoon op mijn hoofd, dezelfde opzwepende muziek. Het was een stuk vroeger in de ochtend, of laat in avond, het is maar hoe je het bekijkt. Het was geen green smoothie maar gefermenteerde druivensap in mijn beker. De herinnering aan die nacht is net zo mistig als deze ochtend.
„Showing up this morning was a challenge, you did that. Now keep going.”
Feestjes weg, acht uur slaap
Die feestjes verdwenen, wazige nachten werden ingeruild voor acht uur slaap. Brakke ochtenden voor ochtendwandelingen. Sinds vluchten geen optie meer was, ben ik echt voor mijzelf gaan zorgen. Voldoende slaap, gezonder eten, minder drinken en vooral veel gaan bewegen. Tijd daar had ik immers nu genoeg voor. Door de ochtendmist en het zweet dat zich in mijn wimpers verzamelde, zag ik ook anderen hun zaterdag beginnen met beweging. Ik was niet de enige. In een tijd dat de wereld stil stond, vonden velen de ruimte om vooruit te komen.
„Treat this like your mountain, you are almost at the top. Think of the view.”
De echte uitdaging begint in september. Als alle deuren weer opengaan, de sociale kalender de overvloed aan tijd opslokt en FOMO, Fear of Missing Out, op de loer ligt achter ieder plan dat wordt afgezegd. Als alles teruggaat naar het oude normaal, is het makkelijk om dit zelf ook te doen. Het wordt tijd om alvast na te gaan denken over onze goede voornemens voor dat oude normaal: wat nemen we mee en wat laten we achter? Ik hoop dat mijn benen inmiddels sterk genoeg zijn om door te blijven trappen.
“The last sprint. You got this, you’re almost there.”