Sportsmoezen voor lockdownlijders
Als deze titel ook maar enigszins herkenning oproept, gaat deze tekst over jou: iemand die écht wel graag wil ‘blijven bewegen’, maar in praktijk niet veel verder komt dan tien gespierde typevingers.
Waarom duiken we toch massaal in de smoezenhoek? En over welke enorm realistische excuses hebben we het hier? Grote kans dat tenminste één van de geschetste scenario’s in jouw koppie al tot in de puntjes was uitgedacht. We trappen af met het grootste probleem: binnen sporten terwijl je huis géén sportschool is.
Laten we eerlijk zijn, actieve lichaamsbeweging bij jou thuis is simpelweg ongezond. Je huisgenoot heeft gisteren in de woonkeuken lopen frituren en ondanks dat je bíjna alle Albert Heijn-moestuintjes op de vensterbank hebt geïnstalleerd, is er nog veel te weinig zuurstof binnen. En het raam open is echt nog te koud hoor, in april. Daarnaast heb je 0,0 sportruimte in huis. Te beginnen met het gebrek aan een balkon, om over een tuin nog maar te zwijgen. En om nu flink te gaan gymmen in de woonkeuken terwijl je huisgenoten je van boven hun mueslikommen vermakelijk aankijken, vind je al helemaal niks. Helaas, in je slaapkamer kan je niet sporten want, daar staat nu je thuiswerkbureau. In de gang heb je al even geprobeerd, maar daar bleef het bij één krampachtige ‘downward facing dog’ en 6 push-ups. En dat deed eigenlijk al pijn, want je pinken schuurden aan weerskanten tegen de muur. Auw.
Naar de bootcamp gesleept
Een terechte ‘nee’ natuurlijk voor binnen sporten, maar buiten sporten? Je bent de moeilijkste niet en laat je hoofd gaan over deze scenario’s. Ok – you did it! Je hebt jezelf naar de plaatselijke bootcamp in de buitenlucht gesleept. De trainer is zelfs zo aardig geweest een verzameling kettlebells vanuit de plaatselijke gym mee te zeulen. Na een enthousiaste start met een kettlebell van 16 kilo wissel je met ‘sterke Hans’, want toch maar beter die van 8. Wat blijkt? Hans was niet zo lekker, dacht dat het van zijn kater kwam. Dit was niet zo én hij had flink aan zijn handen lopen likken. Je raadt het al: 3 dagen erna lig jij horizontaal, dan was het corovoor toch beter.
Als laatste schiet het door je hoofd: hardlopen! Ja, lekker, hardlopen! Als je onderstaande smoes gebruikt kon ‘Ja, lekker’ sowieso weggelaten worden bij je, maar dat terzijde. Zuurstof: check; ruimte: check; Hans-loos: check! Wat kan er misgaan? Je rent de stoep op, het zebrapad lukt ook en je komt schadevrij aan in het park om de hoek. Wat blijkt? Jij was niet de enige met dit geweldig idee. Tientallen mensen in neon sjezen aan je voorbij en halen elkaar in op de smalle paadjes. En wat nu… wat nu als jíj die zeldzame buitenbesmetting oploopt? Het kan van alles zijn. Je wordt ingehaald, springt net iets te laat anderhalve meter bij die fanatieke sprinter vandaan en er komt een klein spuugdeeltje op jouw shirt. Jij zag dit niet want: heul, heul klein en veegt vervolgens net met je hand over dat plekje en… vul zelf maar in. Help.
Smoezen met schuldgevoel
Het ergste van dit alles? Dit zijn smoezen met schuldgevoel. Een beetje smoezen is leuk, maar een schúldgevoel? Laten we de oplossing dus over een andere boeg gooien en gaan stemmen op hét woord van het jaar. Na blokkeerfries (2019) en anderhalvemetersamenleving (2020) pleit ik dit jaar voor: pandemiepens. Als dit woord nu eens letterlijk en figuurlijk breed wordt geaccepteerd, voelen we ons een stuk minder schuldig. En die ondrinkbare sixpack halen we wel weer in, in 2022 of zo. Stemmen maar!