Hoopgevend!
Op de basisschool voelde ik al dat ik echt niks anders met jongens wilde dan voetballen. Als puber had ik identificatiefiguren nodig. Nu bleef het allemaal een grote roze waas, waarin ik me wel eens afvroeg of ik de enige zou zijn.
Natuurlijk, en gelukkig was dat niet zo, maar die eerste stappen in deze wereld voelden eenzaam. Het internet kwam langzaam op en zo ging ik stiekem op zoek naar wat ik dan precies dacht te zijn. Als ik naar Titanic keek, vroeg ik me af hoe het zou zijn als Kate Winslet verliefd zou worden op Nathalie Portman. Of hoe Julia Roberts in Nothing Hill het hoofd van Keira Knightley helemaal op hol zou brengen.
Als 15-jarige liep ik het COC binnen (dat zeg ik nu wel even zo stoer, eigenlijk ging het anders). Ik liep voordat ik daar daadwerkelijk naar binnen ging, eerst een stuk of tien keer langs. Alsof dat niet zou opvallen, alsof niet duidelijk zou worden dat ik daar iets wilde. Het COC is de belangenvereniging voor gelijkgestemden. Ik vraag me nu terwijl ik dit schrijf af, hoe de belangenverenging voor hetero’s heet?!
Jongste van de gespreksgroep
Het COC bleek voor mij, een fijne plek om ‘mensen te ontmoeten die hetzelfde waren’, die dezelfde ongemakken kennen en tegen dezelfde zaken aanlopen. Ik mocht meedoen aan een gespreksgroep, waarin ik de jongste was. Waar ik veel heb gehoord, gedeeld, gehuild en gelachen. Ik was eigenlijk te jong om in deze groep te komen, maar mocht toch meedoen nadat er een gesprek tussen de gespreksleiders en mijn beide ouders was geweest.
Rond diezelfde tijd kwam er een ongelooflijk hete nieuwe lesbische serie op, die alle hetero’s moesten zien. Een serie die seks tussen vrouwen vol in beeld bracht en eigenlijk ook alle vooroordelen. Deze serie heb ik niet vaak zonder een rood hoofd te krijgen kunnen afkijken. En dat is eigenlijk nog steeds wel een beetje zo.
Ik weet nog dat ik aan mensen ‘moest’ vertellen dat ik op vrouwen viel. Hoe doe je dat? Hoe pak je dat aan? Maar vooral… hoe gaat hier op gereageerd worden? ‘Vrienden’ die het contact verbroken hebben, mensen die meenden ‘vieze pot, vieze LESBI’ etcetera te mogen roepen als ik langsliep. En dat niet één keer, maar continu, het vele nastaren. Klasgenootjes die opeens een of andere diepe paniek voelden en heel angstig vroegen of ik verliefd was op hen. Ja, ik word namelijk verliefd op iedere maar dan ook iédere vrouw die ik tegenkom.
Net zoals je als hetero ook verliefd wordt op alles en iedereen.
De verbazing die ik ook voelde als ik dan een reactie kreeg die juist heel positief was en waarbij ik gewoon mocht zijn wie ik ben.
Hand in hand
Ook ik liep weleens met vriendinnetjes over straat, want dat doen wij lesbiennes ook: hand in hand rondlopen, waar we werden uitgescholden. Niet door één iemand, maar door meerdere mensen. Beschaafde mensen, zoals jij en ik. Mannen die riepen ‘dat we de juiste lul gewoon nog niet gehad hadden’, zij wilden ons wel even helpen. Maar lieve mannen, jullie begrijpen het niet. Op zich is dat ene belangrijke onderdeel voor jullie, niet zo heel interessant voor ons. Tenminste, niet wanneer jullie daar iets mee zouden doen. Ik vind het ook zo fascinerend, dat er mannen zijn die helemaal wild worden van het idee dat twee vrouwen het bed met elkaar delen en tegelijkertijd roepen hoe open minded zij zijn. Maar deze vrouwen moeten wel heel heet, heel blond en hele grote ronde vormen hebben en precies doen wat zij willen. Is dat de betekenis van open minded zijn?
17 mei was de internationale dag tegen homofobie en transfobie. Triest, dat dit in 2021, nog moet. Maar tegelijkertijd fijn dat er nog altijd aan ons wordt gedacht. Dat er even wordt stilgestaan bij het stukje geluk, de vrijheid en dat iedereen maar dan ook echt iedereen zichzelf zou moeten mógen kunnen zijn.
Cheers to that!