De sleutel
Een dealer, een dief of een werkloze. Dat dacht ik laatst van iemand die ik tegenkwam na afloop van mijn bezoek aan Anke.
De man zat op een bankje naast haar flat. Donkerblauw trainingspak, een zwarte wollen muts op, gymschoenen aan en dan doodleuk gewoon zitten te zitten. Als hij nou jogde, maar nee. Anke is een goede vriendin van mij. We hebben elkaars huissleutels, want je weet maar nooit. Ik noem dit, want het staat in verband staat met de situatie die zich vanochtend voordeed. Eentje die bijna te idioot voor woorden is, maar ik schijn patent te hebben op situaties die bijna te idioot voor woorden zijn.
Anke
Ik sta in mijn trainingspak voor mijn eigen woning en heb twee sleutels in mijn hand: eentje van het huis en eentje van de woningdeur. Mijn plan: wandelen met een optie tot joggen. Slaperig probeer ik de woning af te sluiten en dan gebeurt het. De sleutel valt op de grond. Nog lijkt er niets aan de hand, maar in hurkpositie zie ik voor het eerst in mijn leven dat de tegelvloer van het trappenhuis vlak voor mijn woningdeur ophoudt. Direct voor de deur is een soort geul waar een tochtstrip in zou passen, maar er ligt geen tochtstrip in. Mijn sleutel ligt erin, met de helft al onder de deur. Met de andere sleutel probeer ik de woningsleutel naar me toe te trekken, maar hij schuift weg, pats, de andere kant op. Ja, lieve lezers, het is me gelukt om voor de eerste keer in mijn leven m’n huisdeursleutel voor de gesloten woning naar binnen te laten vallen. Wat nu? Precies, Anke!
Bankje
In een drafje loop ik richting haar moderne flat. Ze moet thuis zijn, zeg ik de hele tijd. Ik druk op de bel. De flatdeur zoemt niet open en niemand vraagt wie daar is. Het is nog vroeg. Misschien staat ze onder de douche of ligt ze nog in bed. Ik besluit een kwartiertje te wachten. Het is prachtig weer. Gelukkig is het bankje naast de flat leeg. Ik geniet van de zonnestralen. Wie had gedacht dat ik hier ooit nog eens op dit bankje zou zitten. Voorbijgangers kijken me met een vluchtige blik aan. Het lijkt wel of ze me taxeren. Wat is dat voor een type, lijkt een voorbijganger te denken. Zijn afkeurende blik ken ik maar al te goed. Ik zie hem denken. Het lijkt wel een dealer, een dief of een werkloze.