Vier frisse fiscale voorstellen

Gideon Magnus 20 apr 2021

Er is nog veel onzekerheid over de samenstelling van de volgende regering, en het zal niet meevallen om tot een regeerakkoord te komen. Maar gelukkig is het einde van de COVID-19 pandemie in zicht, en kunnen we onze aandacht dus wat meer gaan richten op andere beleidsonderwerpen. Ik presenteer hier vier frisse fiscale voorstellen.

1. Maximale Belasting

Hoeveel zou een extra verdiende euro, na alle belastingen, uitkeringen en toeslagen, minimaal moeten opleveren? Het zou goed zijn om dit wettelijk vast te stellen. We zouden bijvoorbeeld kunnen bepalen dat niemand minder dan 50% krijgt. Beleidsvoorstellen die deze regel schenden moeten dan gewijzigd of verworpen worden.

Het is van belang om rekening te houden alle relevante belastingen, in elk geval de werkgeversbelasting, inkomstenbelasting, inkomensafhankelijke toeslagenverminderingen, en BTW.

De belastingen in Nederland kunnen hoog zijn, soms wel tegen de 90%, en zijn nota bene het hoogst voor mensen met een modaal inkomen. Maar het is niet gemakkelijk om dit te berekenen. Ik stel daarom voor dat de overheid op z’n minst iedereen jaarlijks op de hoogte stelt van zijn of haar belastingdruk.

2. Kasstroombelasting voor Ondernemingen

Ondernemers mogen hun kosten, bijvoorbeeld de aanschaf van een nieuwe machine, aftrekken van de belasting. Maar ze mogen vaak niet alles tegelijk aftrekken, en moeten de kosten geleidelijk afschrijven over een aantal jaren.

Stel dat bedrijven alle kosten meteen mochten afschrijven. In dat geval is belastbaar inkomen simpelweg netto kasstromen: totale instromen minus totale uitstromen. Dit heet dan ook een kasstroombelasting.

Een aantal landen hebben een dergelijk systeem, bijvoorbeeld Letland en Estland. Een kasstroombelasting is niet alleen gemakkelijker maar verlaagt ook de belastingdruk op investeringen, hetgeen leidt tot meer kapitaal (machines, computers, apparatuur, etc.). Meer kapitaal maakt arbeid productiever en verhoogt daardoor de lonen. Voor velen is het moeilijk te geloven, maar elke euro die de fiscus op kapitaal heft leidt waarschijnlijk tot een daling van de lonen van meer dan een euro.

3. Belasting op Land

Over het algemeen geldt: hoe meer je iets belast, hoe minder je ervan zult zien. Zo’n vermindering is bijna altijd kostbaar. Maar voor land is dit niet geval, aangezien de hoeveelheid land vaststaat. Een rendementsbelasting op land creëert daarom minimale extra kosten.Het is van belang om alleen land, en niet het rendement op woningen en gebouwen te belasten. Immers, de hoeveelheid (en kwaliteit van) woningen en gebouwen staat niet vast. Een belasting op land zou de onroerendezaakbelasting moeten vervangen.

4. Vrijwillig Universeel Basisinkomen

Het idee van een universeel basisinkomen (UBI) heeft de laatste jaren veel aandacht gekregen, maar is wereldwijd nog nauwelijks ingevoerd. De voordelen zijn welbekend, en zijn het gevolg van zowel de eenvoud als onvoorwaardelijkheid.

Ik stel een UBI voor, maar met een iets andere opzet. Iedereen mag elk jaar een bijdrage doen aan een algemeen “UBI fonds” dat beheerd wordt door de overheid. Je mag zo veel of weinig bijdragen als je wilt, en mag je bijdrage aftrekken van je belastbaar inkomen. Iedereen mag ook geld ontvangen uit het fonds: de gehele pot wordt elk jaar gelijk verdeeld over allen die een verzoek hebben gedaan. Wel geldt een uitkering als belastbaar inkomen, en maakt de overheid bekend wie van de UBI gebruik heeft gemaakt.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.