Zomaar een bolster
Afgelopen vrijdag heb ik voor het eerst in mijn leven een Billy-kast in elkaar gezet. Dat is voor mij een hele prestatie, want ik ben niet zo goed met de instructies en plaatjes in handleidingen.
Toen de kinderen klein waren werd ik ook zelden wijs uit het stappenplan in de Legoboekjes. Zodra het een beetje ingewikkeld wordt, zie ik het gewoon niet meer en begrijp ik niet wat de bedoeling is.
Ik ben dus duidelijk geen beelddenker, mis ruimtelijk inzicht en dat is als echte bèta toch wel gek. Ik loods mijn puber met gemak door de wiskundestof, maar haak af zodra er vlakken in driedimensionale vormen een rol gaan spelen. En toen ik laatst eindelijk het grote beeldscherm uit de kartonnen doos haalde, had ik zelfs hulp nodig bij de installatie van de monitorbeugel.
Soort bij soort
Dit keer was er alleen geen hulp. Mijn moeder had gevraagd om een extra kast en ik had Billy bij de Ikea besteld, opgehaald, in de auto geladen en naar haar appartement gesjouwd. De volgende ochtend haalde ik vol goede moed de planken, het zakje met schroeven en de handleiding uit de doos. Ik legde soort bij soort en telde alles na. Tot dan ging het volgens plan, ik had enkel één spijkertje te veel.
Stap voor stap keek ik naar de plaatjes en volgde ik de instructies nauwkeurig op. „Hier moet ik dus echt goed op letten”, dacht ik nog bij het zien van twee min of meer identieke plaatjes. Op die plaatjes was een gladde en ruwe zijkant van de plank te zien. Ik moest hem dus zo plaatsen dat de ruwe kant aan de achterkant terecht zou komen. Toen ik de laatste spijker had geslagen bij het streepje dat ik verderop in de instructie moest tekenen was ik maar wat trots. Ik had de klus gewoon geklaard en dat helemaal alleen. My first Billy was een feit.
Twee van de drie planken…
Maar hoogmoed komt inderdaad voor de val, want toen Billy eenmaal stond, was er wel degelijk een ruwe kant zichtbaar en dat voelde heel erg stom. Blijkbaar had ik er maar bij twee van de drie planken goed op gelet. „Wat zonde, had ik het maar eerder gecontroleerd”, baal(de) ik gelijk.
Het leek mij voor de stabiliteit van de kast namelijk geen goed idee om hem weer uit elkaar te halen en Billy was gelukkig niet bedoeld als pronkstuk in de woonkamer. Bovendien is mijn moeder niet zo kritisch en ondanks de ruwe bolster ook tevreden met deze Billy, zo lang hij maar plaats biedt aan al haar pianomuziek. Ik besloot de kast te laten voor wat hij was.
Alhoewel, het knaagt natuurlijk toch nog steeds aan mij. Hoe kon ik die middelste plank toch zo misslaan.