Versoepelen

Bert Knol 12 apr 2021

„De natte sector moet zo snel mogelijk open”, riep Arie Ploeger. Kees Herema van het RIVM keek somber. „En de droge sector dan? Die staan al maanden onder water en we zijn er nog lang niet”, mompelde Kees.

Hij vervolgde: „De natte sector staat altijd te tetteren als het gaat om versoepelen. Ik zeg laten ze eens nadenken over dit stompzinnige gezwets en vervolgens iets bijdragen aan een oplossing.” Arie ging staan en wees met een priemende wijsvinger naar het raam. „De droge sector ligt altijd te emmeren over onze terrassen, maar zelf strijken ze er met hun hele familie neer als een stel uitgedroogde eenden. Ik zeg laat de hele droge sector het heen en weer krijgen.”

Halfzachte en harde sector

Jan Tobbema van de halfzachte sector roffelde met zijn vingers op de tafel. „Mag ik ook iets zeggen?”, riep Jan. „Ik vind dat onze sector met terugwerkende kracht dient te versoepelen en wel vanaf volgende week.” Miep Gerstebrouwer van de harde sector lachte schamper. „Jan denkt, ach, laten we eens lollig doen en zijn belang op tafel kwakken alsof het niks is, zonder aan ons te denken.” Miep ging met een ruk staan en wierp een stapel papieren op tafel. „Kijk, dit zijn zwartgelakte plannen rondom de versoepelingen en één zin is nog leesbaar, namelijk ‘Hou ze eronder Kees’.” Rumoer in de zaal.

Kees ging staan en sloeg een kreuk uit zijn colbert. „Geachte aanwezigen, ik ga jullie inbreng uitbrengen en de inzichten op uitzicht ten aanzien van versoepelen in jullie individuele sector in het bijzonder en die van de hele sector in het algemeen bespreken in het crisisberaad. Tot slot nog een quote van Pluvius: ‘Luctor et sectorum’.