De ongeliefde en ongenode gast
De hele week hard gewerkt, druk bezig geweest met alle ballen in de lucht houden en dan is daar eindelijk dat momentje van rust. Een plof op de bank, volledig ontspannen en dan gaat de bel.
Hier zit ik helemaal niet op te wachten, ik verwacht toch niemand? De bel gaat, maar ik hoef de deur niet open te doen. Voordat ik het weet is mijn gast al naar binnen geslopen. Op snelheid. Voordat ik het door heb, grijp ik met twee handen naar mijn hoofd. Mijn gast is zonder dat ik mij had kunnen voorbereiden, zonder dat ik het had kunnen verwachten, binnen gesprint. Mijn gast heet migraine.
De pijn wegduwen
Het gevoel dat ik de druk van binnen mijn hoofd terug moet duwen, mijn handen klem ik om mijn hoofd. Ik probeer de pijn weg te duwen. Het gevoel dat ik kou nodig heb, koud washandje op mijn hoofd. Paniek, een en al paniek. Pijn, het enige wat ik voel. Alsof een stuiterbal tussen mijn hersenen en schedel in stuitert. Op en neer, op en neer, op en neer en op en neer. Het houdt niet op. Medicatie is er wel, maar werkt niet. Slapen is het enige medicijn. Alleen kan ik niet slapen door de paniek. De paniek maakt mij een ander mens, ik doe uitspraken gevoed door de pijn. „Ik wil niet meer, ik kan niet meer, ik ga nog liever dood, wanneer houdt het op? Waarom heb ik dit? Ik wil niet meer, ik wil niet meer.” Eigenlijk wil ik alleen maar slapen, maar het lukt niet. Alsof er een elastiek om mijn hoofd zit, veel te strak en alleen maar strakker en stakker wordt. Machteloos. Tranen over mijn wangen. Ademhaling niet onder controle. Gewoon paniek.
‘Een beetje hoofdpijn’
Wanneer mijn gast uiteindelijk weer naar huis gaat, kan ik niet meer herinneren door welke hel ik zojuist ben gegaan. Ik kan het moeilijk verwoorden en mij wordt verteld dat ik last heb van ‘een beetje hoofdpijn’. Onbegrip. Wanneer mijn gast uiteindelijk weer naar huis gaat, is het moment dat ik had om te ontspannen voorbij. We beginnen weer van voor af aan.