Ik heb geen vriendinnetjes
Onlangs viel mij iets op: ik hoor vrouwen steeds vaker het woord vriendinnetje gebruiken: ‘Ik ga met een vriendinnetje koffiedrinken, ik heb morgen met wat vriendinnetjes afgesproken’. Het verkleinwoord -tje geeft aan dat het begrip dat ermee wordt aangeduid als klein moet worden gezien. Een kleine vriendin dus. Synoniemen voor het woord klein zijn: onbeduidend, minder, laag, nietig, zwak, kinderlijk, gering.
De vrouwen waarmee ik mij omgeef hebben masterdiploma’s op zak. Ze zijn ontslagen, maar zitten niet bij de pakken neer en hebben nu een killer job met dijk van salaris. Ze hebben solo de wereld rond gereisd, niet één keer, maar regelmatig. Ze beuken zich dag en nacht door hun coschappen heen, om op een dag doodzieke kinderen een nieuwe toekomst te kunnen geven. Ze duwen grijpgrage handen van zich af en negeren opmerkingen als ze ‘s nachts over straat gaan. Ze zijn slim, grappig, scherp, lief, leuk, prachtig, geweldig. Ze zijn op hun bek gegaan en weer opgestaan, gedumpt en doorgegaan, vernedert maar hebben er schijt aan.
Deze vrouwen zijn zeker niet zwak of nietig, net zomin als die in jouw omgeving. Zij zijn geen meisjes, geen vriendinnetjes. Dus laten we ze eer aan doen. En denk je nu: ach, wat maakt het uit, het zijn maar woorden? Wel, taal beïnvloed onze manier van denken en representeert ons wereldbeeld. Dus vraag jezelf af: hoe denk jij over de vrouwen in je omgeving?
Vriendinnetjes. Ik heb er geen. En jij?