Nachtkaars
De dag is lang en ze heeft niets omhanden. Al maanden niet. De dagen duren lang, zijn leeg en allemaal vaag van kleur. Als een oude vergeelde foto. Ze vult haar dagen met het bijwerken van haar social media-kanalen. Af en toe post ze iets, maar meestal ontbreekt haar daarvoor de inspiratie. Dus beperkt ze zich tot het liken van een eindeloze stroom berichten van dierenvrienden over het wel en wee van hun viervoeters. Honden en katten ofwel als vertederende pup ofwel op leeftijd en in deplorabele toestand. Reacties op de enkele berichtjes van haarzelf blijven uit.
Maar intussen heeft ze zoeken naar werk na de zoveelste standaard afwijzing eigenlijk ook zo goed als opgegeven. ‘Wij hebben een enorm aantal reacties ontvangen op onze vacature en konden ons daarom veroorloven extra strenge selectiecriteria aan te leggen. Helaas hoort u niet bij onze eerste selectie omdat andere kandidaten o.i. beter aan het profiel voldoen.’
Het heeft haar nog best lang beziggehouden en danig gefrustreerd. Want ze had toch een fraai CV? Veel en gevarieerde werkervaring? Goede referenties? En eigenlijk maar drie kleine minpuntjes: vrouw, ouder en gehandicapt (graag zelf even in volgorde van belangrijkheid zetten). Overigens heeft ze zich dat van die minpuntjes pas onlangs gerealiseerd. Toen ze destijds uit eigen beweging besloot haar loopbaan tijdelijk te onderbreken, even een soort van sabbatical te nemen om hem daarna weer uitgerust en opgeladen met nieuwe energie in een leuke nieuwe baan te hervatten, toen verwachtte ze een time-out van hooguit enkele maanden.
Tja, wellicht ontbrak haar realiteitszin. Dat is goed mogelijk. Hoe dan ook kwam haar hoogmoed voor de val en niet zo zachtjes ook. Het heeft al met al nog zeker driekwart jaar geduurd voordat ze begreep dat ze geen potentieel aantrekkelijke medewerker was die een schat aan kennis en ervaring meebracht (zoals ze dat zelf altijd zo opgewekt formuleerde in haar talrijke sollicitatiebrieven). Nee, langzaam begon het haar te dagen.
Ze was in de ogen van de Corporate Recruiters (young high potentials vermoedelijk) ‘oud en der dagen zat’, ‘laag in de energie’, rigide vastgegroeid aan achterhaalde denkbeelden en routines, geen enkel innovatief vermogen meer, nauwelijk meer leerbaar, een dinosaurus. Of in een andere metafoor: geen moderne efficiënte LED-lamp, maar een sneu waxientje, met een aarzelend flakkerend vlammetje. Uit bij het geringste zuchtje wind.
De arbeidsmarkt had haar oordeel geveld. Ze was broos en breekbaar en hoe dan ook een risicofactor. En in deze barre tijden, het virus waarde nog steeds rond, in deze tijden gingen werkgevers geen gokje wagen. Bij twijfel niet inhalen. Dus ‘Wij danken u voor uw belangstelling en wensen u …bla, bla, bla.’ Wat zouden ze haar eigenlijk wensen? Diep van binnen. Een baan? Of gewoon geruisloos uitdoven als een nachtkaars?