Van goede wil
In de straat tegenover de Hema ging die namiddag vriendelijk blijven, vriendelijk blijven door zijn hoofd. In zijn hand hield hij een collectebus. Hij was happy.
Overal moest hij aanbellen en even wachten. Ondertussen keek hij de straat in en zag dingen die hem nooit waren opgevallen, terwijl hij er toch al jaren woonde. De meeste mensen kende hij niet eens, maar daar zou nu verandering in komen. Dat zei men door de telefoon: collecteren was óók een manier om de omgeving te leren kennen. Ja: het was voor een goed doel, en nee: ze konden er verder niemand anders voor krijgen. Hij wist opeens hoe ze aan zijn telefoonnummer waren gekomen.
‘Niemand heeft zin’
Toen hij bij een huis aanbelde, kwam er plots iemand vanuit het niets snel van ergens achterom aangehold, om met een heel overtuigende stem te zeggen dat niemand in die straat zin had in deze collecte. En dat hij daarom bij niemand hoefde aan te bellen. En toen ging ze verder met haar dagelijkse geklets met de buren; saamhorigheid alom.
Een ander vluchtte het huis in toen hij in de verte de collectant zag, terwijl hij hem normaal toch altijd vriendelijk goedendag zei.
Eentje had geen cash in huis, omdat de hele familie altijd met de chipknip betaalde. Bij een volgende lag de portemonnee ‘waarschijnlijk boven’, ‘de vrouw was weg’ en ‘beneden lag geen kleingeld’. Toen noemde de man al zijn ziektes op en vermeldde verder dat je door moet in het leven als je een vrouw en kleinkinderen hebt.
Zware sloten en kinderen
Eén voordeur was met zware sloten gebarricadeerd en toen die eindelijk na een hoop kabaal openging, vertelde de vrouw des huizes met brakke stem dat er op dat adres vier zieken woonden en dat ze daarom niets gaf, ofschoon de collecte juist voor hun ziekte werd gehouden.
Dan nog de opmerkingen niet te vergeten, over de ‘dikkoppen’, de voorzitters die een miljoenensalaris hebben. Dat zij ook maar veel geven, maar nee, die wonen in dikke villa’s en dat is niet te rijmen.
Twee kinderen gaven wel van het geld dat ze net van hun oma hadden gekregen, hoe fijn. Hij zei dat ze niet alles moesten geven, omdat ze anders zelf niks meer over hadden om wat leuks te kopen.
Na zijn ronde leverde hij de collectebus in, kreeg een kleine beloning en hoorde later hoeveel geld er was opgehaald.