De uitzondering op de maatregel
Zonder ergens vanuit te gaan, ga ik er vanuit dat iedereen (op een enkele uitzondering na) het volgende spreekwoord kent: ‘De uitzondering bevestigt de regel’. Waarmee wordt bedoeld dat er geen uitzondering kan zijn mits er een regeling in werking is waarop deze uitzondering van toepassing is. Andersom kan natuurlijk wel. Een regel zonder uitzondering.
Met ‘regel is regel’ is de orde gemakkelijk te handhaven en bovendien eenvoudig te controleren. Want regels zijn regels. Daarover hoef je niet meer na te denken. Maar met bovengenoemd spreekwoord geeft men aan dat er uitzonderlijke situaties bestaan waar mensen belangrijker zijn dan de regels. En dat, wanneer er zich een situatie voordoet waarin de regel belangrijker wordt gemaakt dan de mensen die zich daar aan moeten houden, het zo kan zijn dat daar in een uitzonderlijk geval van kan worden afgeweken. En dat maakt, vind ik, alles vooral heel ingewikkeld.
We lijken, op dit moment, dan ook niet goed meer in staat te zijn om te beoordelen of in een situatie het menselijk belang boven het belang van de regel moet worden gesteld. Bovendien beweert bijna iedereen tegenwoordig een uitzondering te zijn. Waardoor de betrouwbaarheid en integriteit van iemand die daadwerkelijk een uitzonderlijk geval is in eerste instantie vaker wel dan niet in twijfel wordt getrokken. Wat denk jij namelijk als je iemand zonder mondkapje op in de trein ziet zitten of zijn boodschappen ziet doen?
De maat nemen met regels
Er zijn op dit moment tal van geldende maatregelen. Maar ook deze hebben veelal één of meerdere uitzonderingen. De meeste commotie ontstond tijden de invoering van de avondklok vorige week. Een gemaakte uitzondering hierop is dat mensen met ernstige psychische problemen ‘s avonds even uit huis mogen gaan als dit onvermijdelijk is. Maar wie bepaalt er wat ernstig of onvermijdelijk is? En wat als je juist even naar buiten wilt om het ‘onvermijdelijke’ te voorkomen. Dat mocht je binnen blijven, de kans dat je straks ook onder deze groep van mensen met ernstige psychische problemen valt, juist toeneemt. Waardoor je uiteindelijk dus alsnog naar buiten mag.
Uitzonderlijk geval
Gelukkig heb ik een hond en daarom behoor ik met betrekking tot de avondklok ook tot de uitzondering op de regel. Nu nog een manier verzinnen om daar misbruik van te maken. Een vriendin vertelde dat ze nu, met hond en al, op bezoek gaat bij vriendinnen. Ze loopt dan, rond middernacht, half dronken terug naar huis. In haar jaszak zitten nog wat olijven, een stuk brie en wat restjes fuet verstopt. Deze waren nog over van de borrelplank. Maar ze heeft een hond aan de lijn en mocht ze door de politie staande worden gehouden, kan ze altijd nog zeggen dat haar hond nogal kieskeurig is als het op beloningen aan komt.
Daarop volgend heb ik mijn hond het volgende aangeleerd. Bij het commando ‘Avondklok’ weet hij zelfstandig mijn en zijn thuis weer terug te vinden. Op deze manier kunnen mijn vrienden en ik ook na 21.00 uur nog samenkomen om wat te drinken. Aan het advies ‘beperkt bezoek’ hielden wij ons sowieso al niet. Als het tijd is om naar huis te gaan, gaan mijn vrienden één voor één op pad met mijn hond. Thuis aangekomen geven ze hem het commando ‘Avondklok’. Ik woon in een klein dorp en dus staat hij binnen no time weer op de stoep om de volgende dronkaard naar huis te begeleiden. De hond blij, want hij wordt soms wel tien keer op een avond uitgelaten. Ik blij, want ik hoef hem ‘s ochtends vroeg niet met een kater uit te laten en kan wat langer blijven liggen. Na al dit harde werk is het bijna jammer dat de avondklok er wellicht volgende week alweer op zit. Maar wie weet biedt de derde golf nog een uitkomst.
PS. Gesprekken over de avondklok zijn nu helaas wel verboden in mijn huis. Dat arme beest weet niet meer waar die het zoeken moet als dit onderwerp wordt aangekaart en hij gewoon al braaf thuis in zijn mand ligt.