Kaarten
Tante Nel belt. ‘Weet jij waar oom Henk van je moeders kant is gebleven?’
‘Volgens mij op zee.’
‘Dat is waar ook. En nicht Trudy?’
‘Die is na haar schooltijd toch naar Almelo vertrokken?’
‘Ja, zij was al jong een avonturierster. Heb je een adres?’
‘Nee, maar oom Jacob was indertijd heel close met haar. Vraag hem!’
Ze legt de hoorn neer, ik hoor haar heen en weer lopen.
‘Hallo? Hij heeft geen idee.’
‘Wat ben je toch aan het doen, tante Nel?’
‘Adressen verzamelen voor als het voorbij is.’
‘Geef je dan een feestje?’
‘Nee, Jacob is getest.’