Thuiswerken
Zoon, twaalf, kan tegelijkertijd Fortnite spelen, op zijn mobiele telefoon de filmpjes van tik tok bekijken en geschiedenisles online volgen. Ik vind het knap. ‘Waar is je notitieblok, je pen, zou je geen aantekeningen maken?’, zeg ik met gefronst voorhoofd en mijn grote neus om de hoek van zijn kamerdeur. ‘Mama, ga weg.’
Thuisonderwijs is net als thuiswerken magisch als je er goed over nadenkt. Gelukkig heeft corona gewacht met toeslaan tot de digitale wereld met zijn laptops, mobiele telefoons, wifi, beeldbellen, printer en scanners mainstream is geworden in onze huizen. In de meesten althans.
Meerdere dingen tegelijk
Van vrouwen wordt gezegd dat ze zo goed meerdere dingen tegelijk kunnen. Uit het raam kijken naar de grassprieten in mijn tuin terwijl ik een intensief gesprek voer aan de telefoon, verder kom ik niet. Ook loop ik soms rondjes door de kamer tijdens het bellen. Ik kijk om me heen, maar registreer niets, zo ga ik erin op. Als het gesprek is beëindigd, zie ik de berg wasgoed op het bed plotseling wel, de dikke laag stof op de planken in de kast, de drie plantjes op een rijtje in de vensterbank waarvan er twee nodig moeten worden vervangen. Voor de vorm vouw ik wat handdoeken en leg die op de strijkplank, maak wat kniebuigingen. Stiekem kijk ik nog een keer om de hoek bij zoon, hoor de stem van zijn juf biologie. Gelukkig, hij lijkt nu een en al aandacht voor het verhaal over de kleine en de grote bloedsomloop. Ik kies bewust de stilte van de logeerkamer, ik kan slecht een gesprek voeren met gescharrel en geluiden om me heen.
Voor geen centimeter afgeleid
Man werkt in de huiskamer achter zijn laptop, combineert dit met het tussendoor uitleggen van de lesstof aan zoon. Gewoon, op zijn gebruikelijke stek aan de eettafel. Sommige dagen loop ik daar ook rond, zuchtend, opruimend, pratend tegen de planten terwijl ik ze begiet. Toegewijd werkt hij door, laat zich voor geen centimeter afleiden, ook niet tijdens het telefoneren.
Gisteren aten we eerder vanwege de voetbaltraining van zoon, toen de telefoon rinkelde. Kalm verliep het gesprek. Zoon en ik ondertussen kauwend, gekke bekken trekken naar elkaar. Zoon stikte van het lachen, liet vervolgens zijn vork kletteren. Ik keek schuin naar mans rug. Nee hoor, geen krimp.
Vandaag pakte hij tijdens het zoom-overleg de laptop op om alsnog boven te gaan zitten. Hier heeft hij geen pottenkijkers bij nodig. Zijn collega’s heb ik nog niet ontmoet, toch zijn ze op mijn slaapkamer geweest.