Als jij binnen blijft, blijf ik met je mee
Het is januari 1621. De vloot van Jan Pieterszoon Coen vaart richting de Molukken. We gaan de wereld over. Verkennen, handel drijven, kaarten maken. Met boten van hout en mannen van staal.
Er is geen oproepplicht, geen keuze. Je werd aangewezen en was maanden weg, trotseerde storm, scheurbuik en schurft. Je vertegenwoordigde Nederland en haar VOC-mentaliteit.
Het is januari 1971. In Rotterdam zijn ze nog dronken van het binnenhalen van de grootste clubprijs die het voetbal kent, de Europacup 1. In Amsterdam weten ze op dat moment niet dat ze aan de vooravond staan van dat kunststukje maar liefst drie keer op rij herhalen. De kers op de totaalvoetbaltaart gedurende die jaren was het winnen van het WK van 1974 geweest, maar laat dat maar aan de Duitsers over.
Nergens meer veilig
Het is januari 2021. Er zijn coronarellen in het land. Van café De Stam in Almelo tot de Jumbo in Eindhoven, nergens zijn we veilig. Heel boze mensen die met stenen gooien en fietsen in brand zetten. Geen mensen die ooit midden op zee in een storm de trossen binnen moesten halen. Of mensen die het middenveld van Real Madrid zoek speelden. Nee, mensen met commentaar, of hoe noemen ze dat, ‘veel geschreeuw, weinig wol’.
Ik heb het vast weleens geroepen, na een avond flink doorzakken. Buiten was het guur en kil en ik lag met een megakater uitgeteld op bed: “ik blijf de hele maand in bed liggen!” – en warempel, fastforward naar januari 2021 en dat kan! Het mag. Sterker nog, het moet! De overheid heeft gevraagd of ik binnen wil blijven. Ik hoef niet naar m’n werk, ik hoef niet naar de verjaardag van tante Nel, ik hoef niet op een verlaten station op een niet-rijdende trein te wachten. Ik. Hoef. Helemaal. Niks. Ik mag alle voetbalwedstrijden van vijftig jaar geleden vanuit een warm bed herbeleven.
Rellen kan ook
Ik kan ook gaan rellen. Ik heb toch niks te doen. Demonstreren, stadje slopen. Voelt als knokken. Als jij tegen zwarte pieten bent, ben ik tegen coronaregels. Als jij tegen Poolse immigranten bent, ben ik tegen vaccineren. Als jij tegen het openen van blijf-van-mijn-lijf-huizen voor jonge Koerdische meisjes bent, dan ben ik tegen het sluiten van basisscholen vanwege een niet-bestaande pandemie.
Dat was vroeger wel anders. Als jij tegen de watersnood vecht, vecht ik met je mee. Als jij knokt tegen de pest, knok ik met je mee. Als jij stemt voor vrouwenkiesrecht, dan stem ik met je mee. Er is in vierhonderd jaar veel veranderd, maar een paar weken binnen blijven, daar doen we niet aan mee.