Huisarts
Een inloopspreekuur bij de huisarts ‘s morgens vroeg, daarom was ik veranderd van huisarts. Was er iets, dan kon je er zo even heen, handig. Zonder te bellen, zo langs de assistente, gewoon in de wachtkamer wachten.
Gisteren kreeg ik te horen van de dienstdoende arts, dat ik niet op het inloopspreekuur had mogen komen, omdat mijn klacht niet “kort” genoeg was. Wat is in godsnaam een korte klacht, waaraan de dokter in een oogopslag kan zien wat er aan de hand is? “Ik heb maar vijf minuten”, zei de man. Man, man denk ik.
Elleboog
Om het hele traumateam in het ziekenhuis te omzeilen, leek het me fijn als de dokter even mijn elleboog checkte na een val met de fiets.
En dat kon hij dus niet, hij wist niet eens dat ik gevallen was. Je meent het, waar is zo’n medisch doorgeefdossier dan voor.
“Het komt nooit meer goed.” Daarmee kon ik het doen, zei de dokter, zonder mijn elleboog vast te pakken en hij stond op voor de volgende patiënt.
Later maak ik een afspraak voor een dubbel consult en dezelfde dokter constateert: “Je hebt geluk gehad.”