Donderpreek

Robert Beernink 4 dec 2020

Half vijf ‘s ochtends, twee diepe doffe dreunen. Melkbussen? Nee, plofkraak in zuid.

Het is inmiddels december, normaliter knalmaand. Preciezen gebruiken geen bal, dat is voor de rekkelijken. Op een schietbus hoort een deksel met een touw eraan.

De mooiste tradities bezitten twee kenmerken. Ze zitten zo diep dat het, mits goede redenen, geen probleem is een keer over te slaan, en in de loop der tijd zijn er zegswijzen uit ontstaan.

De handhaver spreekt zalvend, indringend en afstandelijk tot de aanstekers in de opwarmkeet. Ik zie ze schouderophalen, een biertje opentrekken en denken: hij zou carbid moeten lusten.