Zenders
„Fijn toch, wat afleiding na weken aan je stoel gekluisterd te zijn geweest. Heb je hem gisteravond nog aangezet?”
Moeders gezicht betrekt. „Ja, het ging de godganse tijd over mondkapjes. Bah, ik kan het niet meer horen!”
Haar appartement in het verzorgingshuis lijkt een hedendaagse openbare ruimte: de stroken waarbinnen ze veilig kan bewegen zijn exact afgekaderd. Met een fractie zicht, praktisch geheel op de tast en steunend op haar rollator, kan ze naar de televisie schuifelen voor het nieuws.
De bel gaat, een verpleegkundige komt binnen.
„Godomoddog movro, ok bon Onoto.”
„Wie mompelt daar zo?”
„Zuster Anita, ma.”