‘Het komt goed schatje’
Ik merk dat het mondkapje me benauwd. Door een gebrek aan zuurstof merk ik dat ik vaker hoofdpijn krijg wanneer ik het kapje draag. Gedurende de dag zie ik allerlei kapjes voorbij komen. Tijgerprint, doodskoppen, witte, blauwe, chirurgische, achterstevoren en binnenste buiten. Vaak versta ik mensen niet omdat ze met kapje niet verstaanbaar praten.
In de ochtend doe ik netjes lippenstift op en wanneer ik mijn kapje op doe, zie je mijn lipafdruk aan de binnenkant. Soms roze, soms rood. Vaak wanneer ik mijn rode lippenstift opdoe en mezelf in de spiegel bekijk zeg ik: „Vandaag is rood, de kleur van je lippen”, maar wanneer het kapje opgaat, denk ik: „Oh, nee!”.
Ik snap het belang van het kapje, vooral nu corona om zich heen grijpt en ook in de naaste omgeving mensen ziek worden. Het lijkt alsof het virus niemand overslaat. Bijna iedereen is de klos.
Toch probeer ik elke dag volle goede moed mijn dag te beginnen. Ik stift trouw mijn lippen en herhaal de quote ‘Lipstick can’t solve all problems, but it is a pretty great start off the day‘. Het lijkt iedere keer alsof ik mezelf stort in een slagveld.
Na mij werkdag druk ik een dikke kus in mijn kapje en fluister mezelf toe: ‘Het komt goed schatje’. Op deze manier zijn mijn kapje en ik inmiddels aan elkaar gewend. Nee, we worden geen best friends, maar ik omarm en accepteer haar.