Zomaar een schuitje
Ik ben een beetje klaar met het thuiswerken. Ik was er altijd een groot voorstander van en heb het altijd al meer dan wie dan ook gedaan. Ik vergeet nog wel eens dat het niet altijd mogelijk was; in mijn beginjaren was het zeker niet gebruikelijk. In de loop der jaren kon ik vanaf thuis echter steeds meer systemen benaderen en maakte thuiswerken de combinatie met kinderen gemakkelijker. Kantoor was goed voor het sociale, thuis was goed voor het werk.
Thuis is nog steeds goed voor mijn werk, maar tegenwoordig ook voor dat van mijn partner en dus heb ik het rijk nooit meer voor mij alleen. En alhoewel de kinderen weer naar school gaan, zijn zij gewend geraakt aan ouders die thuis zijn en komen te pas en te onpas verhaal halen. Dat is gezellig, maar soms ook even niet. En zo bivakkeert er de hele dag wel iemand in mijn persoonlijke sfeer en dat vind ik steeds intensiever worden.
Ik ontspan het beste als ik alleen ben. Alleen hoef ik even niet te conformeren aan, laat ik de kruimels even liggen, luister ik zonder mij bezwaard te voelen naar muziek waar de rest van gaat gillen, voel ik even geen bemoeienis van iemand en voldoe ik even alleen aan mijn eigen verwachtingen. Ik weet oprecht niet meer wanneer ik alleen thuis was en dat voor het laatst heb gedaan en ik begin het steeds meer te missen.
En terwijl ik deze blog schrijf krijg ik allemaal vragen van mij dochter op mij afgevuurd, die op de achtergrond haar huiswerk Nederlands maakt. Wat is een andere omschrijving voor een smeuïg geheim? En voor de uitdrukking iemand opzadelen met? Ze is niet geïnteresseerd in het antwoord. Het is een manier om haar onvrede te ventileren. De overgang naar de middelbare valt haar zwaar. Ze vindt dat ze geen sociaal leven meer heeft, omdat ze veel te veel huiswerk moet maken. Ze maakt het allemaal nog braaf en in haar schriften staat na drie weken al meer geschreven dan in de schriften van haar broer na drie jaar.
Moeder en dochter zitten dus even in hetzelfde schuitje. De één baalt van huiswerk, de ander van thuiswerk. De mentor belooft dat het na de herfstvakantie beter gaat, dat ze weer meer tijd overhouden voor hun sociale leven. Ik blijf ondertussen hopen op een wat a-socialer leven, al was het maar voor één dag.