Help
„Help”, zeg ik tegen mijn partner na heerlijk te hebben gegeten in de binnenstad van Amsterdam.
“Help!” Zeg ik nogmaals. Hij kijkt mij verschrikt aan en vraagt wat er aan de hand is. Lachend zeg ik dat het maar een grapje was en ik wijs naar een helder verlicht bord recht voor ons met de tekst „Help”. „Dat bord is helemaal niet grappig bedoeld”, zegt hij vervolgens tegen mij. „Het is daar gehangen omdat een jongeman jaren geleden hier in deze steeg door een groep jongens dood is geslagen, omdat hij een ander wilde helpen die door dezelfde groep werd aangevallen.”
„Hij riep om hulp, maar er was niemand die hem heeft geholpen. Er ligt hier ook een tegel ter nagedachtenis van hem.”
Joes Kloppenburg
En meteen weet ik over wie hij het heeft: Joes Kloppenburg.
Een naam waaraan wij gelukkig de laatste paar weken weer aan herinnerd worden, maar helaas weer om dezelfde reden. Zinloos fataal geweld.
Zijn verhaal heeft mij dan toch de afgelopen jaren niet los gelaten. Net als hoe de moord op van Bas van Wijk, meteen toen ik het hoorde mij erg aangreep.
Onbegrip en verdriet voor de familie is wat ik voelde. Maar vooral woede. Woede omdat er nog steeds ‘mensen’ zijn die zo weinig waarde zien in andermans leven, dat zij denken dat ze het recht hebben om het af te nemen. Woede, omdat deze ‘mensen’ nooit de tragische gevolgen van laffe daad zullen begrijpen of erkennen. Woede, omdat deze daders nooit voldoende bestraft zullen worden.
Nu, zijn er twee families die zich afvragen ‘waarom?’ en daar nooit een bevredigend antwoord op zullen en kunnen krijgen. Twee families die nooit rust zullen hebben en voor altijd met pijn in hun hart zullen leven. Twee families die voor altijd iemand moeten missen, alleen maar omdat hij wilde helpen…
( Mijn hart gaat uit naar een ieder die een geliefde heeft verloren wegens zinloos geweld).